**
Dinsdag 22 april 2014
Zon 6u34-20u49
Leonidas
*
Ben wat ziekskes geweest. Zelfs mijn goede vrienden
van en voor de Goede Zaak zeiden we niets. Toch geen burn-outje, zeker? want hier
in Italia bestaan daar weinig recepten voor! En de Ziekenkas komt ook niet
tussen! ----- Tot ik deze morgen vroeg ’t allenkante de koekek hoorde lament
geven. Was die nieuw misschien? Hoie kan danaa, maar ’t is verdorie bijna 1 Mei…..
Toen dacht ik ineens: ligt dat misschien aan dat hoorapparaat? Al een volle
week niet willen bekijken! Toen was de lucht ineens vol vogel getierelier, en
waarachtig, in de naburige velden hoorde
ik de als ieder voorjaar de vele benden fazanten als om prijskamp kokken. Als in een VTM-show, maar dan vele keren zoeter. Lap,
dacht ik, die vrouwtjes liggen met eieren. En ik naar binnen! Ik moet ook mijn
ei kwijt!
*
*
Een leeuw
leer je geen pootjes geven
Een hond
wel…
*
In
het Zadel
Rik Van Cauwelaert (De
Tijd) is een zeer erudiet man. Zo moesten er meer zijn. Maar hij komt h o p e l o o s te laat om op tijd
te zijn. Of de volgende ‘regeringsvorming’ er nu komt na 541 dagen, na 5410
dagen of helemaal niet meer, het doet er niet meer toe. Dit land leeft al jaren
als een zombie aan het infuus uit Vlaanderen. De Tsjeven hebben, door decennia
lang om hun postjes te kunnen behouden alles toe te geven, en zelfs een eindje
meer. Het land is kapot geregeerd. Punt aan de lijn. En wat kapot is, is êbroken,
en nie êkrakt hé Menère.
In Ieper, de kattenstad, eigenlijk
nog altijd mijn vaderstad, weet men zeer goed het verschil tussen êbroken
en êkrakt.
Zie maar wat Leterme heeft êwrocht: êm êt als beslût doodsimpel…‘z’n puste
êscheurd’.
Dust, Tsjeven-Kadodders:
doe lik nêm en bol het af! Neem de eerste de beste tjeke-tjoeke treintje –
enkele reis - naar Tjakkamakka. Tûût! Tuû! zei de tren en de statie reed voort.
En tot nooit meer. Op deze roulette is er geen herkansing mogelijk.
De Republiek uitroepen is
maar ‘n woord. Tenminste als BDW deze keer van zijn woord is en ver weg blijft
van tactische spelletjes. Wat men aan de overkant van de armoe-grens doet, zal
de volgende dag wel in de gazetten staan.
*
Onder voorname dankzegging overgenomen door
Digitalia bij
*
Artikel 195, de laatste afrit
21-04-2014 - Rik van Cauwelaert - De Tijd
*
Als de kiezer de jongste peilingen bevestigt, dan
wordt het federale koninkrijk verder uit elkaar gestemd. De beproefde Belgische
overleg schema’s om tot de vorming van een federale regering te komen, gelden
dan niet langer. Het staatshoofd wacht een erg hobbelige rit.
‘In een land met twee gemeenschappen, met een
meerderheid en een minderheid, kan men de zaak maar bijeenhouden als de
meerderheid zich inhoudt (wat steeds de rol van de CVP is geweest). (...) Het
probleem van het leiderschap zal zich in al zijn scherpte stellen als we zouden
verliezen.’
Die passage komt uit bedenkingen die Jean-Luc
Dehaene neerschreef tijdens de verkiezingscampagne die voor zijn partij naar de
pijnlijke stembusuitslag van 24 november 1991 leidde. De CVP, die bij de
verkiezingen van december 1987 al zes Kamerzetels had ingeboet, verloor op die
Zwarte Zondag nog eens vier zetels. De partij bleef de grootste in het land,
maar Dehaene vergiste zich niet. In de CVP werd het probleem van het
leiderschap meteen gesteld. Het discrete gemanoeuvreer van toenmalig
partijvoorzitter Herman Van Rompuy om Jean-Luc Dehaene naar de Wetstraat 16 te
loodsen, leverde hem na een woelig congres zelfs de hoon van zijn jongere
partijleden op. De formatie nam goed honderd dagen in beslag, iets minder dan
de periode die Dehaene in 1988 nodig had om Wilfried Martens tegen zijn zin nog
een laatste keer in het zadel van een rooms-rode regering te hijsen. Dat leek
toen ontzettend lang. Na de verkiezingen van 10 juni 2007 zou het net geen 290
dagen duren om Yves Leterme als premier te installeren. Drie jaar later waren
541 dagen van intensief onderhandelen nodig vooraleer de regering van Elio Di
Rupo (PS) van de kant kon worden geduwd. In het grote debat met N-VA-voorzitter
Bart De Wever liet PS-voorzitter Paul Magnette verstaan dat als de peilingen
worden bevestigd, de formatie na de verkiezingen van 25 mei wel eens een pak
langer zou kunnen aanslepen. Bouwers van communautaire noodbruggen zoals
Dehaene zijn in de Wetstraat niet meer te vinden. Lang geleden voorspelde
Robert Houben, de laatste voorzitter van de unitaire CVP-PSC, dat het ooit
onmogelijk zou worden een Belgische regering te vormen. De jongste peiling van
La Libre en de RTBF, die alle vorige tendensen bevestigt en nog verscherpt,
lijkt het voorgevoelen van Magnette te bevestigen. De drie Vlaamse traditionele
regeringspartijen halen in die peiling samen amper 44 procent. In
CD&V-kringen valt nu al te vernemen dat een federale regering zonder een
Vlaamse meerderheid niet voor herhaling vatbaar is. Wat maakt dat de
aanwezigheid nodig is van de N-VA, die zich in de peilingen boven 30 procent
handhaaft. In Franstalig België echter blijft de PS incontournable, zelfs na
een stevig verlies tegenover het resultaat van 2010. Maar als het grote debat
tussen De Wever en Magnette al iets heeft aangetoond, dan wel dat de N-VA en de
PS samenbrengen in een federale regering de werking van het federale land
dreigt te blokkeren. In het meest optimistische scenario moet de volgende
federale regering 14 miljard euro besparen om aan de Europese verplichtingen te
voldoen. Pessimisten houden het bij 23 miljard euro. De precieze toedracht zal
blijken als na de verkiezingen de exacte cijfers op tafel komen, en op andere
bestuursniveaus de lijken uit de kasten rollen. Zelfs 14 miljard wegsnoeien is
een kolossale opdracht voor de stilaan uitgemergelde federale staat. Dat is
eigenlijk niet mogelijk zonder aan de sociale zekerheid te raken. Tegelijk moet
de zesde staatshervorming worden doorgevoerd. Toen Waals minister-president Rudy
Demotte (PS) eind vorig jaar tijdens een bijeenkomst van het Overlegcomité even
opperde dat het voor Wallonië schier onmogelijk is om én te saneren én de
staatshervorming met de nieuwe bijzondere financieringswet te implementeren,
schoot premier Elio Di Rupo in een Franse koleire die zelfs de Vlaamse
ministers om de tafel even van hun melk bracht. In die zesde staatshervorming
zit bovendien zoveel conflictstof dat het Overlegcomité, waar de federale en
regionale regeringen hun meningsverschillen regelen, een soort van permanente
veiligheidsraad wordt. Zulke bevoegdheidsconflicten waren in het verleden
altijd aanleiding voor nieuwe staatshervormingen. Eerder deze maand
organiseerde het Instituut voor Constitutioneel Recht van de KU Leuven een
colloquium over de zesde staatshervorming. Wie nog de illusie koesterde dat de
communautaire dossiers voor een tijd onder de mat kunnen, zoals Open
VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten, raakte daar snel ontnuchterd. Een opgemerkte
tussenkomst was die van de jonge grondwetspecialist Stefan Sottiaux. De
Leuvense docent vindt dat een volgende staatshervorming noodzakelijk is omdat
de bevoegdheidsverdeling volkomen gefragmenteerd is en het federale niveau
onvoldoende gelegitimeerd. ‘Omdat’, zei Sottiaux, ‘de grendel-grondwet - met
haar paritaire ministerraad, taalgroepen, bijzondere meerderheden en
alarmbelprocedures - geleid heeft tot een uitholling van de beginselen van
evenredige vertegenwoordiging en meerderheidsbesluitvorming, in het voordeel
van de bescherming van de rechten van de Franstalige minderheid.’ De democratie
eist, volgens Sottiaux, dat de bevoegdheden van het federale niveau zoals dat
vandaag bestaat, naar de deelgebieden worden overgeheveld. ‘Hoe kleiner de
groep waarin collectieve beslissingen worden genomen, hoe groter de
mogelijkheid van elke burger om met zijn individuele stem het beleid te
beïnvloeden en hoe dichter het bestuur bij de burger staat’, argumenteert hij.
Om tijdens de komende jaren nieuwe communautaire aanrijdingen te voorkomen zal
de volgende regering bijkomende constitutionele hefbomen nodig hebben. Destijds
reikte Dehaene, daarin gesteund door de PS, er zo één aan: het fameuze artikel
35 van de grondwet. Dat artikel is ‘de grondwettelijk vertaling van het
basisprincipe van een confederale benadering’, zoals Dehaene het bestempelde.
Volgens artikel 35 komen alle bevoegdheden toe aan de deelstaten, het federale
niveau is maar bevoegd voor de domeinen die daaraan expliciet worden
toegewezen. Maar de kans dat deze echte copernicaanse revolutie in het
Belgische federale model werkelijkheid wordt, acht professor André Alen zeer
gering. De inwerkingtreding van dat artikel werd vakkundig afgegrendeld.
Momenteel beraadt de regering zich over een mogelijke herziening van artikel
195 van de grondwet. Dat voorziet in een strakke procedure waarbij het
parlement enkel die grondwetsartikelen kan wijzigen die door het vorige
parlement voor herziening vatbaar werden verklaard. De huidige regering heeft
in 2012 dat artikel 195, dat voor herziening vatbaar was, heel even ‘aangepast’
om artikelen die niet voor herziening werden aangestipt toch te kunnen
wijzigen. Waarna het snel weer in zijn oude rigide vorm werd vastgeklonken.
Maar daarmee werd wel een precedent geschapen, dat nu door sommigen wordt
aangegrepen als laatste uitweg. Wil men de komende jaren institutionele
impasses vermijden, dan zal artikel 195 moeten worden gewijzigd en vooral
versoepeld, om toe te laten dat een grondwetswijziging indien nodig en op
voorwaarde van de vereiste meerderheid meteen kan worden doorgevoerd. Bovendien
moeten gemeenschappen en gewesten door hun toegenomen gewicht en om hun
belangen te kunnen behartigen voortaan bij elke nieuwe grondwetswijziging
worden betrokken. Sottiaux suggereerde een ‘Belgische Conventie’ naar Europees model
in het leven te roepen. Daarin kunnen dan behalve de federatie ook
vertegenwoordigers van de deelstaten - die eveneens initiatiefrecht hebben -
mee beslissen over grondwetswijzingen. Bijzondere omstandigheden vergen
bijzondere maatregelen. De volgende federale regering zal dat snel beseffen,
als ze al overeind geraakt.
De
teugels strak aantrekken
Hoe
het dan moet?
Denken
die Franqcouillons en hun slippendragers nu echt dat de Vlamingen niet weten
hoe ze een land moeten besturen? Ze hebben 184 jaar moeten aanzien hoe het niet
moest en slechter dan besturen zoals voorheen zal wel niet mogelijk zijn.
Als
de Dames en Heren gazetten-kakkers nu eens eindelijk willen wakker worden! Want
wiens brood zullen die morgen eten? Gesteld dat er überhaupt nog brood bij hen
op tafel komt!
Aan
BDW kan ik nog deze suggestie meegeven: leg het Ministerie van Binnenlandse
Zaken in handen van families die zoals U, geleden hebben onder de repressie. U
zult gevangenissen tekort komen; net als toen. Voorzie dus dat er zo een beetje
overal in het land ‘Hechteniskampen’ zullen mogen. Met prikkeldraad rond, 3
meter hoog. Met onverwarmde houten barakken en op elk willekeurig tijdstip
appèl op de modderige binnenplaats, waar men tot aan de enkels in het slijk
staat. Oefen dat appèl tot de ziekenboeg vol teringlijders ligt. ’s Morgens ‘de
Groet aan de Vlag’. Uiteraard aan die van ons. Niet aan die versleten vod van
hen.
Hun
vrouwen en dochters mogen twee keer per week vers wasgoed en pakjes brengen.
Zij die de bewakers terwille zijn, mogen hun pakjes achterlaten. De andere
worden weggeranseld.
*
En
dan de Seks- en Coburgers. De lotgevallen in WO II tengevolge van hun
groottante, Marie José in Italië: zij en al hun nazaten voor de rest van hun
dagen verbod om het Vlaams grondgebied te betreden. Torenhoge herstelbetalingen
boven op de afbraakkosten van alle monumenten waar ergens een Courger van ver
of van dicht bij betrokken is. En toppunt van vernedering: verbod om in de
vleesindustrie ooit nog het woord ‘courger’ te gebruiken, buiten voor het vlees
van varkenstrepen.
Geschreven door AABEE via
Digitalia
*
*
Geen opmerkingen:
Een reactie posten