vrijdag 21 augustus 2015

2774



*
*
.
*
INLEIDING
Tijdschrift van het Vormingsinstituut Wies Moens vzw
verschijnt zeswekelijks, 33e jaargang, nr. 220 juli - augustus 2015
“Wir sind ein Volk.” “Wir sind das Volk.”
Edwin Truyens
Er wordt aan het geachte lezerspubliek in schuifjes onderstaande bijdrage geleverd. Hoofdbedoeling is, om via het recente verleden, het heden beter te begrijpen, en als het enigszins kan, ook de toekomst met open ogen te zien op ons afkomen.
Meteen worden de nodige referenties verstrekt, om zelf abonnee te worden bij deze bij uitstek Vlaams Nationalistische organisatie. Kost de ronde som van  € 10-, terwijl U als steunend lid daar zoveel nulletjes moogt bijzetten als U zelf wilt.
*

MIDDENSTUK
Onder voorname dankzegging
overgenomen door Digitalia bij

Verantwoordelijke uitgever: Edwin Truyens, Scheihagenstraat 54, 2550 Kontich, tel.: 03 457 13 51, webstek: www.wiesmoens.be Leesgeld (10 €) en steunbij dragen: IBAN-nummer: BE84 0011 3757 3459 - BIC-code: GEBABEBB van het Vormingsinstituut Wies Moens VZW, 2550 Kontich. Adres voor elektronische correspondentie: edwin.truyens@skynet.be
*
Voorafgaandelijke opmerking. In de onderstaande bijdra­ge verwijs ik nagenoeg exclusief naar de lutherse kerk in Oost-Duitsland, terwijl de rol van de katholieken niet aan bod komt. De reden daarvoor is in de eerste plaats dat de lutherse kerk in dat gebied zo ongeveer vijf keer meer gelovigen telt dan de katholieke. Ten tweede is de belangrijkste door mij geraadpleegde bron een boek dat geschreven is door een lutherse theoloog. De katholieke kerk heeft heel zeker geparticipeerd in het verzet tegen het communistische regime, maar bij gebrek aan bron­nen ben ik niet dieper kunnen ingaan op haar rol.'11
o-o-o-o-o—o-o
Lezers van dit blad met een goed geheugen, herin­neren zich dat ik vorig jaar een bijdrage schreef over
massa(cultuur)toerisme en daarbij ook enige aandacht wijdde aan de val van het SED-regime in 1989 in de toen­malige DDR.(2) Om meer dan één reden is het interessant om eens wat dieper in te gaan op die geschiedenis.
1.          De val van het communistische bewind in Oost- Duitsland is een schoolvoorbeeld van hoe een vreed-zame revolutie tegen een dictatuur kan slagen, als er maar een voldoende groot draagvlak is bij het volk.
2.    Zelfs in een sterk geseculariseerde maatschappij met een grote meerderheid ongelovigen, kan een authen­tiek christendom een wezenlijke invloed uitoefenen op de samenleving.
3.    Het succes van wat uiteindelijk een revolutionaire beweging bleek te zijn, was zo overweldigend dat de daaropvolgende generatie meende de actievorm gedeeltelijk te moeten kopiëren in de vorm van de Pegida-beweging. In het gebied van het vroegere Oost-Duitsland met enig succes. Elders in Duitsland, in Zwitserland en in Oostenrijk is het succes beperkt en in Vlaanderen is de kopie veeleer een mislukking.
4.   
In de geschiedenis van het communistische Oost-Europa zijn de meest markante gebeurtenissen:
    
   de rebellie in Oost-Duitsland in 1953, begonnen met een staking van de bouwvakkers in Oost-Berlijn, on­derdrukt met brutaal geweld;
   de volksopstand vanaf oktober 1956 in Hongarije, die begon met acties van studenten in Budapest uit solida­riteit met de inwoners van het Poolse Poznan waarin in juni van hetzelfde jaar een opstand was neergesla­gen. Hoewel het oproer uiteindelijk intern politieke steun genoot, werd het in bloed gesmoord door de Warschaupactlanden

   de Praagse lente van 1968, toen Alexander Dubcek en medestanders probeerden het communistische regime een menselijker gelaat te geven. Dit door de nationale machthebbers gedragen veranderingsproces werd eveneens gewelddadig onderdrukt door de andere lan­den van het Warschaupact.


   het ontstaan van de Poolse vakbond Solidarnosc in de jaren zeventig, gevolgd door de legalisering in mei 1981, de staat van beleg afgekondigd door regerings­leider Jaruzelski in december 1981 en het verbod van de vakbond op 8 oktober 1982.

   de politiek van glasnost en perestrojka in de Sowjet- Unie onder Gorbatsjov vanaf 1986.


    de val van de communistische regimes in 1989.
1981 kan beschouwd worden als een scharnierjaar. Cruciaal voor het succes van Solidarnosc is de samenwer­king tussen arbeiders, intellectuelen en de katholieke kerk. De betekenisvolle rol van de in 1978 gekozen Poolse paus, Johannes-Paulus II is gekend. Maar voor de eerste keer in de geschiedenis van het communistische Oost-Europa geeft het volksverzet tegen het regime géén aanleiding tot een militaire interventie van de andere Warschaupactlanden. De staat van beleg gaat weliswaar gepaard met repressie, ge­vangenschap van vakbondsleiders en intellectuelen, maar men krijgt de geest niet meer in de fles.
Het werkt inspirerend in de andere landen, ook in de DDR. Vraag me niet wie de allereerste steen gelegd heeft voor de revolutie in Oost-Duitsland, waar dit gebeurde en op welke datum. Als de Oost-Duitse hoofdrolspelers en historici het zelf niet weten, hoe zou ik het dan kunnen weten? Wie wat oppervlakkige kennis verzameld heeft over de geschiedenis meent dat de lutherse Nikolaikirche in Leipzig de plaats was waar de revolutionaire beweging ontstond. In mijn bijdrage van vorig jaar heb ook ik dat verkeerdelijk zo geschreven. Het is wel juist dat die kerk vanaf 1982 een toonaangevende rol heeft gespeeld, maar het prille begin situeert zich in de Oost-Duitse vredes­beweging. In een tijdvak dat ook hier massaal betoogd werd tegen de raketten (gesteund en gefinancierd door de communistische staten), ontstond er o.m. in Oost- Duitsland een vredesbeweging, die uiteraard niet ge­steund werd door het regime, maar integendeel een steen des aanstoots was voor de machthebbers.
Die vredesbeweging opereerde onder de naam Schwerter zu Pflugscharen, naar het woord van Jesaja: “Dan sme­den zij hun zwaarden om tot ploegscharen. ” (Jesaja 2,4) Het merkwaardige is dat de officieel atheïstische Sowjet- Unie in 1959 een sculptuur schonk aan de VN die uitge­rekend dat bijbels citaat verzinnebeeldde. De Oostduitse vredesbeweging koos niet alleen een naam naar het woord van Jesaja, maar ontwierp een logo dat geïnspi­reerd was op de voormelde sculptuur. Men maakte dus gebruik van een communistisch symbool om het regime aan te vallen. Uiteraard wekte dit de woede op van de machthebbers, zodat repressie volgde.
De idee van een vredesgebed ontstond en werd uitge­werkt in 1980 tijdens een tiendaagse voor de vrede, georganiseerd door Schwerter zu Pflugscharen. Zeven maanden na de tiendaagse voor de vrede in 1981, werd op maandelijkse basis een vredesgebed gehouden in Dresden. Dit vredesgebed wortelde in het initiatief soci­ale vredesdienst dat eind 1980 op gang werd getrokken door dominee Christoph Wonneberger. Deze naam wordt wel eens geciteerd als de man bij wie de gehele stroming ontstond, maar zelf wuift hij dit weg. Dat hij een rol van betekenis speelde, valt echter niet te ontkennen. Tien maanden na het ontstaan van het maandelijkse vredesge­bed in Dresden, startte men in de Nikolaikirche te Leipzig in 1982 met een wekelijks vredesgebed op maandag, om 17 uur, de overgang van de eerste werkdag van de week naar de vrije tijd.
Eerste belangrijke vaststelling: de massademonstraties van 1989 in Oost-Duitsland staan op ons netvlies ge­brand, maar de aanvang van de rebellie situeert zich dus vele jaren eerder in een strikt religieuze, overwegend lu­therse kring.
Het christendom was weliswaar niet verboden in Oost- Duitsland, maar was wel teruggedrongen tot de privé- sfeer. Wie bekend stond als belijdend christen, hypothe­keerde zijn toekomst. Wie wilde studeren, kreeg de drin­gende raad de christelijke godsdienst niet te belijden. In 1949 was 90% van de bevolking in de tot stand komende DDR lid van een kerkgemeenschap, overwegend van de evangelische kerk, maar al in de jaren vijftig werd die gro­te meerderheid gereduceerd tot een kleine minderheid. Het is bijgevolg duidelijk dat het vredesgebed op maan­dag in de vooravond aanvankelijk slechts een beperkt aantal mensen bereikte. En de woorden “een beperkt aantal” zijn hier wel erg letterlijk te nemen. Bij de aanvang in 1982 verzamelden zich in de Nikolaikirche vaak niet meer dan tien tot vijftien mensen die daar voor vrede en verandering gingen bidden. Via mond-aan-mond-reclame begon dat aantal langzaam te groeien. In de periode 1984 - 1986 was er nog sprake van een terugval, maar men hield vol. Op 14 december 1987 telde men niet meer dan twintig gelovigen in de kerk, maar op 1 februari 1988 was er een exponentiële groei tot 700. Van toen af werd het regel dat er op maandag tussen de 500 en 1.000 men­sen verzamelden. En in 1989 stond er uiteraard geen rem meer op:
                 2 oktober 1989: 20.000
                 9 oktober 1989: 80.000
    16 oktober 1989: 120.000
    23 oktober 1989: 250.000
    30 oktober 1989: 300.000
     
In Leipzig alleen! Want, zoals het vredesgebed eigenlijk in Dresden op gang kwam, werd het ook daar in stand gehouden en deinde het initiatief uit over alle Oost-Duitse steden.
Kurt Masur noteert hierbij: “(...) eigentlich ist es ein Wunder, wenn sich da ein paar Leute beginnen in der Nikolaikirche zu versammeln, setzen sich mit 10, 15 Leuten hin, beginnen hier zu beten für die Veränderung im Land, und am Schluss ist eine halbe Million auf dem Ring. Also, wenn das nicht ein Wunder ist."!3)

Het moge echter ook duidelijk zijn dat men in een land dat zo gelaïciseerd is, waar de christenen tot een kleine min­derheid gereduceerd zijn, het onmogelijk is een dergelijke volksbeweging op gang te brengen op basis van christe­nen alleen. Vanaf het ogenblik dat het vredesgebed wat meer volk aantrekt, gaat het vaak ook om ongelovigen, minstens om niet-kerkelijken. Dit zorgt voor spanningen binnen de lutherse kerk. Hoe kan men immers op een zin­volle wijze een gebedsstonde organiseren, als 90% van de deelnemers geen belijdende christenen zijn? Er is dus ook binnen de lutherse kerk verzet tegen het initiatief, al zal het niet altijd duidelijk zijn of dit verzet gesteund is op zuiver religieuze motieven dan wel of sommigen hand- en spandiensten verlenen aan het regime. Want uiteraard was ook de lutherse kerk geïnfiltreerd door de Stasi.
Als de beweging rond het maandags vredesgebed niet al­leen ononderbroken van 1980 tot 1989 kon volgehouden worden, maar uiteindelijk ook kon leiden tot de val van het regime, dan is dat niet alleen te danken aan de intrinsieke kracht van dit initiatief alleen. Zonder ook maar enigszins afbreuk te willen doen aan de kracht die van het gebed kan uitgaan (en Masur spreekt zeer terecht van een wonder), moet men tegelijk ook vaststellen dat er in geheel Oost- Europa culturele en politieke veranderingen op gang kwa­men die niet meer te stuiten waren. Het spreekt vanzelf dat de omwenteling die in Oost-Duitsland op gang kwam een extra stimulans kreeg door de perestroika in de Sowjet- Unie én de mededeling van het regime-Gorbatsjov in 1989 dat men militair niet zou tussenbeide komen. Integendeel, tijdens de viering van 40 jaar DDR op 7 oktober 1989 was Gorbatsjov te gast in Oost-Berlijn en maakte de commu­nistische leiders diets dat zij maar moesten hervormen. Erich Honecker was daar niet meer toe in staat en werd korte tijd later opzijgeschoven door Egon Krenz.
9 oktober 1989, precies twee dagen na de plechtige en overdadige viering van 40-jaar DDR, is het beslissende moment geweest dat de rechtstreekse aanleiding vormde voor de val van het regime. Naar aanleiding van restau­ratiewerken aan de Nikolaikirche in 1988 werd daar een bord uitgehangen: “Offen für alle." Bezoekers moesten zich niet laten afschrikken, ook tijdens de werken was de kerk toegankelijk. Het bord was nadien blijven han­gen. De SED zag met lede ogen aan dat het vredesge­bed maar bleef doorgaan en toenemend succes kende, ondanks de aanhoudende repressie. Men wilde reageren en men gaf opdracht aan partijmilitanten om op maandag 9 oktober 1989 al in de namiddag plaats te nemen in de Nikolaikirche, om ervoor te zorgen dat de kerk zou vol­zitten met trouwe partijsoldaten en er dus geen plaats meer zou zijn voor gelovigen en andere burgers. Dominee Christian Führer (1943-2014) begroette de horde op een groteske, maar tegelijk magistrale wijze:
“Die Nikolaikirche ist offen für alle, das gilt tatsächlich uneingeschränkt, herzlich willkommen in unserer Kirche, es ist nur das Besondere, dass Sie schon um halb drei hier sind, das arbeitende Proletariat (!) kann erst nach 16.00 Uhr kommen, deshalb halten wir erst um 17.00 Uhr unsere Friedensgebete. Aber das tut nichts, wir heis- sen Sie willkommen, aber Sie werden Verständnis haben, dass wir die Empore noch geschlossen halten, damit auch noch ein paar von der arbeitenden Bevölkerung (!) und ein paar Christen (!) in die Kirchen kommen können."(4)
(wordt vervolg)
*
EINDE
*

Geen opmerkingen: