donderdag 17 januari 2013

1149 – LOODVERGIFTIGING, GEWELD-GAMES EN HIPHOP


 

***

1149 – LOODVERGIFTIGING, GEWELD-GAMES EN HIPHOP

 

Sfeerbeeld vacantie aan zee

 

Reisfolder uit de Moslim-landen…

 

***

Vandaag, tenminste tot tegen de middag, geen opmerkingen over het humeur van de cyber-goden. Alleen voor de zoveelste keer stroom-pnderbreking. Iedereen, wij niet in het minst, zit met de handen in het haar over dat fenomeen. Is het niet algemeen (omdat bijvoorbeeld er ergens takken doorheen de draden zijn gegroeid), dan is het bij ons, dat de levensreddende verlies-schakelaar onraad heeft geroken.

 

Ter zake :

Ho's en bling-bling

15-01-2013 - Bart de Wever - de standaard

***

In 1983 publiceerde de geo-chemicus Jerome Nriagu een opmerkelijk artikel in het New England Journal of Medicine . Hij onderbouwde een hypothese die in populariserende historische werken al naar voren was gebracht: het Romeinse Rijk ging mede ten onder door loodvergiftiging. Omdat lood overvloedig aanwezig was en makkelijk te bewerken is, gebruikten de Romeinen het in bijna alles, van aquaducten tot kookgerei. Via water en wijn (gedistilleerd in vaten met loden elementen) kregen de Romeinen hoge dosissen lood binnen, met hersen- en leverschade tot gevolg. De onvruchtbaarheid en psychische afwijkingen bij de Romeinse elite die daaruit voortvloeiden, ondergroeven de machtsstructuren van het Romeinse Rijk, wat bijdroeg tot de ineenstorting ervan. Nriagu werd met de grond gelijk gemaakt. De gedachte alleen al dat concentraties lood er verantwoordelijk voor zouden zijn dat een wereldrijk ten onder ging, was toch te gek voor woorden. De uitstekende wetenschappelijke reputatie van Nriagu werd aan flarden geschoten en de man verkoos om niet op het thema door te werken.

Jammer, want nu, dertig jaar later, duikt de hypothese op dat de wereldwijde daling van de criminaliteit in de jaren 1990 en 2000 niet te danken zou zijn aan performanter politieoptreden of verbeterde sociaaleconomische omstandigheden, maar aan de afname van loodgebruik in benzine en verf.

 

In 1994 werkte de econoom Rick Nevin voor sociale huisvestingsprojecten in Amerikaanse steden. Daar stelde hij vast hoe loodverf een significant effect had op peuters, gaande van gedragsafwijkingen, mentale problemen tot ADHD. Hij breidde zijn onderzoek uit tot loodbenzine en stelde zo een correlatie vast tussen het gebruik van lood en criminaliteit. Van het moment dat men begon over te schakelen op loodvrije benzine, daalde het criminaliteitscijfer evenzeer. Net als Nriagu werd Nevin aanvankelijk weggehoond. Maar door jaren op dezelfde nagel te blijven kloppen, met groeiende steun vanuit academische kringen, wordt zijn conclusie steeds meer aanvaard als een plausibele hypothese.

 Ook deze krant wijdde er vorige week een, weliswaar lacherig, artikel aan (DS 9 januari) . Het lijkt er dus op dat we in de jaren tachtig nog niet rijp waren om kritiek ernstig te nemen op een product dat toen nog alomtegenwoordig was. Nu lood overal als ongezond wordt geweerd, zijn we klaar om het te linken aan criminaliteit en de ondergang van het oude Rome.

Misschien zal dezelfde logica blijken voor de link die gelegd wordt tussen het bovenmatig bekijken van gewelddadige games en films en ontsporend gedrag. Toen een journalist van het Britse Channel 4 Quintin Tarantino vorige week de vraag stelde naar een eventuele link tussen harde geweldsscènes in films en de recente moordpartijen in de VS, maakte deze met enkele krachttermen zeer duidelijk dat hij dat debat niet wenste aan te gaan. Er is geen relatie, punt. Of in Tarantino's subtiele bewoording: I'm shutting your butt down!

We zijn niet rijp voor kritiek op dingen die we als vanzelfsprekend beschouwen en waarvan velen genieten. Ook Theodore Dalrymple mocht het ondervinden toen hij in zijn allereerste column voor deze krant met een typisch Brits hyperbolisme stelde dat ‘rockmuziek natuurlijk een van de oorzaken van misdaad is'. De brave man – als schietschijf niet geholpen door het feit dat ondergetekende weleens een boek van hem leest – kreeg gelijk progressief Vlaanderen over zich heen.

 

Maar kijk, twee onderzoekers van de universiteit van Utrecht komen met een opmerkelijk onderzoek over de relatie tussen muzikale voorkeur en criminaliteit. Zij volgden vijf jaar lang 300 jongeren en kwamen tot de conclusie dat de liefhebbers van hiphop, gothic en house onder hen later meer risico lopen op crimineel gedrag. Niet dat er een causaal verband bestaat tussen de twee, maar het is een proces van socialisatie binnen de vriendenkring en culturalisatie met de levensstijl die dergelijke muziek vooropstelt. In de jaren negentig was rap misschien nog een vernieuwende en aangename mengeling van humor en sociale kritiek, vandaag reikt het jongeren vooral het belang aan van dames van lichte zeden ( ho's ), geld en juwelen ( blingbling ) en het criminele bestaan om voorgaande te verwerven ( the thuglife ). Wie zichzelf culturaliseert met die boodschap, loopt het risico zijn culturele voorbeelden voor werkelijkheid te nemen en zich te bezondigen aan criminaliteit. Misschien is het dus goed toch wat langer na te denken vooraleer conservatieve cultuurkritiek af te schrijven als het gezeur van domme, wereldvreemde lieden.

 

***

 

Zou het dan waarachtig kunnen, dat elke Niveaan een halve Blokker is, en iedere Blokker een halve NV-Aër?  Filip DeWinter zou juist hetzelfde gezegd hebben als BDW, maar hij zou dat niet gezegd gekregen hebben in DS en hij zou er ook niet meer dan hoogstens 10 woorden voor nodig gehad hebben.
Voorbeeld : de meeste criminaliteit is ingevoerd samen met al die primitieve zeden en gewoonten die niet alleen getolereerd, maar zelfs aangemoedigd worden.
Verschil : geen. Beiden zeggen precies hetzelfde en suggereren (zonder woorden) dat er dringend ‘verandering’ moet komen.
Wat er mag verwacht worden? Helemaal iets naar de tand van Groen : dat het discriminatie is, en dat men de ene bevolkingsgroep opzet tegen de andere.
Wouterke! Wouterke! Gij zegt m.a.w. dat de slechterik is, hij die de dief aanspreekt op zijn verkeerde levenswandel.

 

 

(Get)

AA 3AB, strijder-schrijver op rust van blog-bubbels. Hij observeert de wriemelende mensenmassa’s en licht op klaarlichte dag het gebeuren bij met een stal-lantaarn. Want hij heeft niet graag dat Breedsmoel-kikkers in zijn zonlicht komen staan.

“Ut mien zunne, of ‘k straal joe, zei de bie””.

 
 

Geen opmerkingen: