Zondag 30 juni
Zon 5u33-21u59
H Adilia
.
1466 - EEN MENSBRUGGHE
ALS STRAATBLOGGER IN VERVOERIG TEN HEMEL
°°°
© Tim F. Van der Mensbrugghe.
°°°
Ach, die artiesten toch! Altijd
met hun kop in de wolken. Zelfs bij regen en stromweer. In tegenstelling tot
Theo Van Gogh heeft de man hierboven waarschijnlijk nog beide oren, al verbergt
hij dat vakkundig voor de camera onder zijn weelderige haar- en baardgewas.
De man schrijft over Mekka,
de socialisten-stand Gent met hetzelfde talent als hij had kunnen schrijven
over weiden als wiegende zeeën die groenen langs stroom en rivier. Zijn werkstuk
is ongetwijfeld het verheven resultaat van de buiten-lift, het bisschoppelijk paars
naast hem en wie weet, van een paar jointjes voor privé-gebruik. Dus helemaal volgens
het boekje, en bijgevolg ‘Nihil Obstat’ voor publicatie in De Morgen.
Moest er een schilderijtje
kunnen van gemaakt worden, men zou er de engelen-vleugeltjes horen in ruisen. Het
zou als titel kunnen gekregen hebben : ‘De Torens van Gent’, wijl op de
achtergrond, als een scherp verwijt uit vroeger tijden, Klokke Roeland had kunnen
klinken uit ‘t oude Belfort, dat rijst, eenzaam en grijsd, zinnebeeld van ’t
verleden. Maar soms hij rilt en eensklaps trilt
zijn bronzen stemme door de stede. Geen Turk die het begrijpt, en geen
Gentenaar die het nog weet…. Daarom ligt die bronzen stemme (Klokke Reoland)
dan ook gewonnen verloren op het Emile Braun-plein, gewoon tegen de
straatstenen, gemakshalve binnen het bereik der straathonden, die er op hun
dagelijks wandelingetje, hun pispaaltje van gemaakt hebben
*
Der Oud‘ren fierheid :
tja, waar zou die nu precies gevaren zijn? Als zelfs de Torens van Gent gemaakt
blijken te zijn van zandsteen?
Mogen, volgens de Koran,
minaretten gemaakt zijn van zandsteen?
°°°
Ter zake :
De weg naar de hemel is een
gammele lift
dm Straatblog Journalist Tim
F. Van der Mensbrugghe schrijft op regelmatige basis over wat hij hoort, ziet
en meemaakt in 'zijn' Gent. Omdat de Sint-Baafstoren voor vijf jaar uit het
zicht verdwijnt, klom hij nog eens helemaal tot boven met bisschop Luc Van
Looy.
“Zo kalm, er zijn nog maar weinig
toeristen", merkte de bisschop zopas op toen we door de kathedraal naar de
toren wandelden. In mijn eigen dacht ik: zoudt u zich niet beter zorgen maken
over het aantal gelovigen in uw kerken?
© Tim F. Van der Mensbrugghe.
En dan nu het evangelie volgens Karel van de Woestijne: "Bazuinen schallen
van de hoogten van de Sint-Baafstoren. Men ziet, tien meters hoog, de arm
zwaaien van een kapelmeester. Naast mij staat een Hollander, als verbijsterd
door zoveel grootsheid. Wij, Vlamingen, wij blijven gemoedelijk, aan grootsheid
gewoon."
De Gentse dichter-journalist
schreef het in 1911 en ook vandaag is-ie nog groots, de Sint-Baafstoren. Maar
bovenal is hij verweerd. De blokken kalkzandsteen kunnen de moderne tijd van zure
regen en uitlaatgassen niet aan. Net zoals ook de katholieke kerk zich maar
moeilijk kan aanpassen aan de 21ste eeuw.
Luc Van Looy wordt in
september 72, maar ondanks zijn eerbiedwaardige leeftijd wil de Gentse bisschop
de toren van zijn kathedraal nog eens beklimmen. "Ik hoop dat ik nog tot
boven geraak", wijst de monseigneur naar zijn tegenstribbelend
heupgewricht. Hij heeft geluk: we mogen mee in de lift van de bouwvakkers.
Schietgebedje
Onderweg naar de top wekt het
gekreun van de minimalistische kooi weinig vertrouwen. Het ding is niet meer
dan een metalen frame dat langs de buitenkant van de stelling omhoog klimt. De
bodem waarop we staan, is een houten plaat. Een devoot schietgebedje is hier
geen overbodige luxe.
Wanneer de lift schokkend en
krakend tot stilstand komt, klautert monseigneur Van Looy met enige moeite over
de borstwering van de toren. "Het is nog maar de tweede keer dat ik hier
sta", erkent de bisschop, die al bijna tien jaar de scepter zwaai over het
bisdom Gent.
Het uitzicht is goddelijk.
Gent is tegelijk zeer klein en zeer groot. Bij helder weer kun je Antwerpen
zien liggen, wist des bisschops woordvoerder mij vooraf te vertellen, maar dat
zicht wordt ons bespaard. Gent van horizon tot horizon: veel te schoon, zelfs
met donkere wolken erboven. De weg naar de hemel is een gammele lift, veel
dichter bij het paradijs zal ik vandaag niet komen.
"Een gemeenschap, geen
gebouw"
"Over God zwijg ik, want
hij schiep mijn stad Gent boven alles", hoorde ik een oude schilder ooit
zeggen. Ook ik zwijg over God, want ik sta tenslotte op het dak van Zijn huis.
De Heilige Vader heeft het niet slecht gedaan in de vastgoedsector: de stad
staat vol met Zijn huizen, dat zie je van op de Sint-Baafstoren heel goed. Het
zijn allemaal oude gebouwen, weliswaar mooi in hun statigheid. Moet de kerk van
Jezus Christus niet eens iets moderns neerpoten, kwestie van een nieuw, jeugdig
publiek aan te trekken?
"Neen, de kerk moet geen
kerkgebouw voor de 21ste eeuw neerzetten", tikt de bisschop mij salesiaans
op de vingers. "Dan zouden we toch weer binnen blijven zitten. We moeten
net naar buiten komen, de sacristie verlaten. De kerk is een gemeenschap, geen
gebouw. De kerk moet zich bezighouden met oorlog en vrede, met de armoede in de
steden. Wij moeten eenzame mensen opvangen. Het is aan ons om de armen en de
zwakkeren te steunen."
Van Looy overschouwt zijn
mistige bisdom. Sinds kort domineren twee nieuwe torens het landschap: de
Lovelingtoren aan Gent-Sint-Pieters en de KBC-Arteveldetoren aan Flanders Expo.
Tekenend voor deze tijd dat de hoogste gebouwen van Gent kantoortorens zijn.
"Ach, en er zullen nog hogere torens komen. Daar maak ik mij geen zorgen
over", sust Van Looy.
"We zullen nu wel onze
rekeningen schrappen bij KBC, dat zal ze leren", grapt rector Ludo Collin.
Missie
"Zo kalm, er zijn nog
maar weinig toeristen", merkte de bisschop zopas op toen we door de
kathedraal naar de toren wandelden. In mijn eigen dacht ik: zoudt u zich niet
beter zorgen maken over het aantal gelovigen in uw kerken? Het Sint-Baafs is
stilaan meer een museum dan een gebedsgebouw, een chique tentoonstellingsruimte
voor eeuwenoude kunstwerken. Een bewaarplaats voor fossielen en relicten.
Bovenop zijn toren spreekt de
bisschop mij tegen. "Zelfs bij groepen toeristen merk je dat ze ontvankelijk
zijn voor de gebedssfeer. Daarin verschilt een kathedraal nog altijd van een
museum. Het religieuze gevoel, dat iedereen heeft, wordt aangesproken, zonder
dat je daarom christelijk of zelfs maar gelovig bent. Je ziet dat mensen nood
hebben aan bezinning als ze een kerk binnenkomen. We moeten ons niet te veel
zorgen maken over het aantal mensen dat in de kerk zit. Zorgen voor mensen, dat
moet onze missie zijn.
En jawel, Vlaanderen ís
missiegebied. "Dat wil zeggen dat de meeste mensen hier niet leven vanuit
hun geloof. Ze zijn onwetend of weten niet meer wat geloven betekent. We moeten
contact leggen met die mensen", spreekt Van Looy herderlijk.
Een tweede keer in de liftbak
klauteren zou mogelijk nare gevolgen hebben voor ons sterfelijk lichaam, dus hobbelen
we alle 450 de treden van de toren naar beneden. Vlak voor we weer op straat
staan, draait de bisschop zich om en buigt hij zich licht voorover. "Ik
wil één ding zeggen", kondigt monseigneur Luc Van Looy sacraal aan.
"Ik was wel eerst."
Een knipoog, een handdruk en
weg is hij, zich een weg banend tussen de vroom zwijgende toeristen.
Geschreven door AABEE via
Digitalia
°°°
°°°