10/3255 - Zo 22/03/16 – Do 26/05/2016 met daarbij nog winterweer buiten –
*
3411 - NET ALS TEN TIJDE VAN JULIUS CESAR: GEEN INTERNET
*
*
Afgesneden
van de buitenwereld: eerst tussen 4 stenen muren, daarna in een
ondoorzichtig afgeschermde tuin, tussen olijfgaarden zover en nog verder
dan het oog reikt. Ver en diep beneden glinstert dat oneindig mooie
meer, zoals het daar al eeuwen en eeuwen ligt te pronken. De ‘clouds’
zijn woordeloos stom en stil. Daarboven is het een gaan en komen van
zware onzichtbare vliegtuigmotoren. Net als toen in de tijd van Julius
Cesar, is het alsof hier legioen na legioen kort gerokt en ‘hakend naar
den strijd’ optrokken om de broek dragende Galliërs op hun vechtlust te
testen.
Tijd
zat dus om ongezien een beetje introvert naar de ingebeelde extraverte
zekerheden van de dag te kijken. En om zichzelf vragen te stellen over
zaken waarvoor er anders geen tijd is. Neem nu het Mensdom zelf. Hoe het
bijvoorbeeld uiteindelijk verlopen is met de Sioux, de Apachen en al
dat ander oorspronkelijk volkje daar in die verre prairies aan de
overkant van de Grote Plas, die we nu alleen nog kennen onder de naam
van de Verenigde Staten. Waar die wel de opvolgers willen spelen van het
Eeuwige Rome om zo de wereld en dus niet alleen de golven, te
beheersen. De zeldzame overgebleven exemplaren van die Originals zitten
ondertussen in ‘reservaten’, in dingen die toch iets vriendelijker
klinken dan Hitler Concentratiekampen. Al is het uiteindelijk resultaat
wel hetzelfde. Het grote verschil is, dat het Indiaanse Volk uitgeroeid
is, en dus, niet lijk het Joodse Volk, recht heeft gehad op een Nieuw
Vaderland, helemaal terug in het Erfland der Vaderen. Met dank aan de...
Amerikanen. Jahweh, hun en bij afleiding ook onze God moet dus
machtiger zijn dan die de tomahawk gooiende Apachen. Ook heeft Hij
geleerd aan Zijn volgelingen, om de zwaarden tot ploegijzers om te
smeden.
Want
Arbeid Adelt, daar waar Adel niet arbeidt. Zien we in bla-bla-bla
Bruxellabad en dus ook een beetje hier, aan de Overkant der Alpen, waar
het ook niet allemaal goud is dat blinkt.
Italië
is een land op zijn retour. Versta me niet verkeerd: het is een
‘retour’ in de goede richting. De richting van het herstel. Er zijn
alleen nog de laatste uitwassen van het vroegere regime. De bocht is al
vele jaren geleden ingezet, en stilaan zien we het normale leven
tergkomen. We zien zelfs het leven van vòòr Julius Cesar, want we leven
hier op de voor-Romeinse overblijfselen van de Etruskische Beschaving.
Dat waren de uitvinders van het gezag van de afzonderlijke steden, die
ze versterkten met vestingmuren en toegangen die nu nog altijd dienst
zouden kunnen doen. Die hebben aan Romulus en aan Remus nog geleerd dat
hun vrouwen, net als de Heren der Schepping, samen aan tafel mogen
‘aanliggen’. In plaats van in de keuken bij het personeel te moeten
eten. Een hoogstaand volkje, al hebben de Geleerden nog altijd hun
geschrift niet kunnen ontcijferen. Maar er wordt aan gewerkt. Nu nog
deze laatste Centrum-Linkxe Regering overleven, en dan volle kracht
vooruit. Het Land heeft het Nationaal Fascisme overleefd, dan het
Internationaal Socialisme en staat nu, helemaal zonder –isme van waar
dan ook, op de drempel van de normale vooruitgang.
Het
beste snelverkeer ter wereld, de snelst groeiende economie ter wereld
en met een verleden van Heiligen, Helden, Dichters, Schrijvers,
Schilders en Toondichters. Allemaal zaken die de afschuw van
Bruxellabla-bla opwekken. Want daar wordt er geredeneerd zoals rond De
Zwarte Steen in Mekka: buiten de Islam is er geen andere Manier van
Leven dan de Cultuur van de Dood. En als er al eens iets mocht zijn, dan
slaan die dat gewoon kapot. Net zoals de laatste Kruisvaarders-burcht
in Akko, hoog op de rotsen, laten ze die onder
een dikke laag aarde begraven. Aarde, in manden geladen op de ruggen
van de laatste Christenen daar. Had men ook reeds geprobeerd met de
Piramiden van Gizeh, maar dat bleek onbegonnen werk.
Een hartig woordje dus over het Land van Ooit, 1830,
dat wij verondersteld tot het bloed onzer aderen lief zouden moeten
hebben. In arbeid en in strijd. Ontstaan in een zee van bloed en tranen,
en straks op dezelfde manier terug aan het vergaan. Met de Mangains en
de Mangetout’s die eindelijk in het zand bijten. Tot ze, de mond
proppensvol, erin verstikken.
Anachronisme,
wereldvreemdheid, en anarchie: allemaal niet onder één noemer te
vatten, dat is wat de Staats-Afbrekende Partijen – weliswaar met de dood
in het hart - ervan gemaakt hebben. Waarbij ze, ‘falling into pieces’
op het einde van hun bestaan, wanhopig proberen alles en iedereen in
Europa erbij te betrekken. En precies alsof dat nog niet genoeg is,
volgen ze de waanzin van de Linkxe cowboys uit Amerika die heel De
Blauwe Planeet aan de voeten willen leggen van een 1.400 jaar geleden
overleden dementerende woestijn-rover. De verpersoonlijking van het
Egoïsme dat in de plaats is gekomen van Het Gouden Kalf van Mozes.
En
wij, klein beperkt volkje van amper een kleine 7 miljoen inwoners,
fladderen willoos om de eigen as tollend, mee in de van donkere wolken
zwangere luchten. Gejaagd door de wind. Voor ons goed, zeggen onze
Verlichte Grote Verstanden. Zelf lopen ze er iedere dag blinkender en
ronder bij, in overeenstemming met hun gelijk opzwellende bankrekening
Vrijetijdskledij is de norm, iets dat gemakkelijk zit voor de vele nachtelijke ‘vergaderingen’.
O,
zeggen ze, dat van die Vadsige Koningen, da’s al lang geleden. Wij, we
hebben hoogstens overal ons vakbondsmensen zitten. Die doen het vuile
werk voor ons. Zodat alles vierkant draait, wat in elke Bananenrepubliek
als het summum van Goed Bestuur doorgaat. Iets wat in Francofonia tot
in de puntjes is uitgewerkt en nageleefd wordt. Daar is men zelfs, met
behoud van loon en ziektevergoeding, te ziek om tijdens de week op de
werkvloer aanwezig te zijn. Die ‘ziekte’ maakt iedere vrijdagavond een
sprongetje naar de volgende maandag, want daartussen wordt men dubbel
betaald voor weekeind-werk. Daar brengt Justitie niet de zwaarste
criminelen voor de Rechter, maar de criminelen lanterfantende Minister
van Justitie. Moet kunnen, zeggen de Vakbonden, want de voorgaande
Regering, nu ze een beetje van de schok zijn bekomen, wil deze Regering
tegen de grond helpen. Met meerdere catch-grepen tegelijk.
Catch-as-You-can is de naam van deze vechtsport.
En
de grootste schuldigen zijn dan nog onze veel te duur betaalde
glamour-hoernalisten boys and girls. Die allemaal blijven schrijven dat
Coburgia volgens hun eigen alles overheersende mening, géén failliete
boel is. Hun eigen gesubsidieerde mening, maar dat zeggen ze er niet
bij. Als bewijs daarvan vertonen ze hun eigen luxueuze hoofdkwartieren
met alles er op en er aan. Maar iedere dag dat de zon opkomt gaan hun
oplagen naar beneden. Da’s wel niet eens erg, want alle Regeringen
schieten dan wat dieper in de zakken van… de belastingbetaler.
Mag
ik dan nu eindelijk ook eens iets zeggen? Om in de lijn te blijven van
wat men aan gewend gemaakt werd: we zullen dit, en we zullen dat. Als er
ooit eens vijf minuten tijd is. Juist, maar ondertussen braakt men in
de beruchte besloten achterkamertjes nieuwe wetten en nieuwe wetjes in
elkaar, die er plots zijn, zonder dat daar ook maar één woord over werd
gerept. Traject-controle – kilometerheffing – verkeersdrempels – grenzen
openstellen – criminelen de hand boven het hoofd houden, ‘werkstraffen’
uitdelen: een soort van ‘herverdeling’ van de sociale rijkdommen, da’s
de nieuwe naam voor het Inbrekers Gild. Eigendom immers, is diefstal.
Dat
zijn er maar enkele van de vele die er op zekere dag zomaar zijn
bijgekomen, boven op de gestegen levensduurte. De prijzen zijn wel niet
gestegen, maar nu kost iets evenveel in Euro als vroeger in Frankskes.
Iedere week vindt men nieuwe Belastingen uit, waarbij niet de Minister
verantwoordelijk wordt gesteld voor de gemaakte fouten, maar de
Belastingbetaler. Typisch voor het socialisme: gedeelte smart is halve
smart, en voor wat betreft de vreugde, die is gereserveerd voor de Top.
Ach, alles zou ‘Gratis’ worden, zelfs de betaalde liefde. Maar toen dat
een inschattingsfoutje bleek te zijn, ging de blozende en lachende
tronie van die ‘Minister’ soelaas zoeken bij de vissen in het
Albertkanaal.
Maar
ik had het willen hebben over de drukpers, de Ruiters van de Apocalyps.
We leven al jaren in een uit zijn voegen barstende digitale wereld en
zij werken nog altijd volgens de handmatige vuistregels van de
Boekdrukkunst, zoals honderden jaren terug. Net als bij het Nazi-Regime,
moeten de wielen persen daar draaien voor het doel dat de middelen heiligt.
De
gewone mens koopt al lang geen ouderwetse omslachtige foto-toestellen
meer. We hebben dag-en-nacht toestelletjes bij ons waarmee we voor een
habbekrats 24/24 uit eerste hand zowel het Wereldnieuws kunnen volgen,
als de plaatselijke nieuwtjes. De moderne versie van de ouderwetse
tam-tam a.h.w. Onfeilbaar. En met vermelding van bron. Één grote
kakafonie van oerwoud-geluiden.
De
Teevee maar ook het Openbaar Vervoer t.t.z. overal waar de pakbonden
pak aan hebben, werken nog zoals de vroegere stoomtreinen. Want er mogen
geen ‘jobs’ verloren gaan. Men hangt dus a.h.w als een rode lap stof
achter de laatste wagon. Terwijl onze buren hun treinen aan 300 Km per
uur (bom-vrij) door het landschap razen.
Er
zal, er zullen, we gaan: geen gebrek aan woorden en goedkope goede
voornemens. Net zo lang tot U een ‘Syndicaal Vrijgestelde’ over de vloer
krijgt om U uit te persen. In het Post-Hitleriaanse Tijdvak wordt
inderdaad terug de draad opgenomen, waar hij in 1945 onderbroken en door
tanks plat gewalst werd. Alle doden en alle verwoestingen zijn dus
vruchteloos gebleken en nu moeten die gewoon verder gezet en uitgebreid
worden. Onder de Hoge Bescherming van De Halve Maan en dus van Het
Kromzwaard. Primitief, maar doeltreffend. Want Afrika laat zijn Zonen
uit. die lopen daar toch maar op overschot. Voorlopig komen ze nog met
bootjes, maar straks al zwemmend. Onze oorlogsbodems zijn daar tenslotte
toch met man en macht in de omtrek om hen te redden en over te brengen.
Noch
Londen, noch Berlijn, en al zeker Washington niet, hebben wij hier ooit
gevraagd. Wij zijn nooit bij hen geweest om er de lakens uit te delen,
waarom doen ze dat dan bij ons? Er wordt altijd gezegd dat men met geld de boter koopt.
Maar dat geld, waarvoor wij eigenhandig dagelijks onze nek uitsteken,
wordt stelselmatig afgeroomd om onze armlastige ‘landgenoten’ de mond
open te houden. Ha ja, met armen die lastig doen om te bewegen, moet er
wel hulp van buiten komen. Mais un jour, tu-sais….
Ja
Ja, de buitenlandse vakantie-reizen zitten in het slop. Met z’n allen
dus naar Blankenberge. Waar er, uit het niet opgedoken, plots enkele
getinte buurjongens zullen opduiken, die snelvuur sproeiend als water
met een tuinslang, al schietend roepend dat Allah de grootste heeft,
door de luierende badgasten zullen lopen. Terwijl, even verder hetzelfde
gebeurt op de overvolle terrasjes. Sproeiend mitrailleurvuur, net als
in Parijs, uit een traag voorbij rijdende wagen. Huilende sirenes en
vloekende hulpdiensten die niet meer weten waar hun kop staat. Hetzelfde
gebeurt op de tribunes van het dichts bijzijnde voetbalveld waar
vandaan ineens donkere wolken opstijgen. Met achteraf de proef op de som
over de vlotte werking van onze ‘Politiediensten’. Alles door de minst
gekwetsten met smartphones mooi vastgelegd, zodat de hele wereld kan
meekijken en mee gruwelen.
Het
werk van brave maar ge-radicaliseerde ‘jongeren’ (als het geen bij ons
opgeleide universitairen zijn!) die de hand afbijten van ons die hen
voeden. Of zijn het de bewijzen van de Sociale Gelijkheid waarvoor de
Paus pleit. Allemaal in het kader van de Vooruitgang…
Is het leven hier op aarde dan werkelijk niets anders dan een kinderhemd, slap, lang en vuil?
Toen
ikzelf, lang, zeer lang geleden, nog misdienaar was, was de Pastoor aan
het altaar een hoogheilig man. Nu blijkt dat, volgens kenners, in de
sacristie een vuile flikker te zijn geweest. Maar er zijn geen getuigen,
geen bewijzen, en alles is al 30-40 jaar en meer verjaard. Maar toch
trekt Justitie daar tijd vooruit om alles tot op het bot te onderzoeken.
Vooral nu die vent dood is, komen de tongen los. En Justitie verdoet
haar tijd en ons geld aan die verzinsels… Ja, ze doen dat en ze doen het
graag. Want alle beetjes helpen om, net als de Muzelmannen, met
voorhamers het Verleden stuk te slaan. Het ‘misbruik’ wordt misbruikt om
de ongewenste hond te slaan. Ha ja, hé, en terwijl ze daarover bezig
zijn, wordt de aandacht afgeleid van hun eigen braspartijen waar seks
wat leven in de brouwerij brengt. Mie Katoen komt daar elke noen en
iedere dag is ze bevalliger niet ge-, maar ontkleed. En ze wordt steeds
happiger, want steeds jonger. Nog schoolplichtig maar reeds heel
bedreven in alles wat erotisch overkomt… Het zijn al lang geen
Roodkapjes meer, maar Rode Kapjes, in dienst van hun rode broodheren.
Ja, Moeder, ik vrees te hebben ontdekt waarom we leven….
PS
Ook
het goede nieuws vernomen uit Kuurne, de Gemeente der Koppige
Steenezels? En Tsjeefse Burgemeester heeft ineens genoeg van zijn eigen
Partij. Hoekandanaa! vraagt ’t Beekske, we doen het zo goed.
Eindelijk!
Zou ik zeggen. ’t Wier tijd. Als er één ezel over de brug is, volgen
straks ook wel al d’anderen. Is altijd zo geweest. Als die nu maar niet
komt solliciteren bij ’t Vlaams Belang!
PS II
In
Bruxelabla-bla werd na de aanslagen in Parijs en Zaventem-Malebeek
zodanig veel vuile was buiten gehangen, dat die straks al een molensteen
rond hun hals… zal eindigen met hun eigen ondergang. In het diepste der
zee. Slordig politiewerk waar de betrokkenen verantwoordelijke politici
weer eens de dans zullen ontspringen, maar waar de Belastingbetaler
weer zal mogen voor opdraaien. Enerzijds geen minuut rust meer uit angst en vreze voor nog meer aanslagen, en anderzijds de zekerheid van nog te moeten opdraaien voor de gevolgen….
Ik
blijf dus bij mijn idee, dat de ‘Groendienst’ van al onze Steden en
Gemeenten, werk moet maken van het planten van bananenbomen in al onze
straten en op al onze pleinen. De ganse dag staan leunen op
borstelstelen en stelen van schoppen, is inderdaad een tè vermoeiend
Beroep. Wat beweging zou hun bloeddruk en dus hun werklust ten goede
komen. Hun syndicaten zouden zichzelf met eeuwige roem bekleden, als de
ganse wereld ziet en ruikt hoe hier de Banaan de Leeuw van het schild
heeft verjaagd. En dat, terwijl overal op de grond in ‘t rond, de
samenleving de pootjes breekt over de weggegooide bananenschillen.
PS III
Wie
herinnert ze zich nog, dat den Ouden Toebackzak, de King Kong der
socialisten, ooit het prachtig gedisciplineerd korps der Rijkswacht
heeft afgeschaft en vervangen door een opeenstapeling van gefrustreerde
carrière-planners. Die hebben, per losstaande eenheid, telkens een
Vakbondsafgevaardigde in huis die instaat voor de eigen reglementering.
Zoveel hoofden, zoveel zinnen. Met de Burgemeester (PS) als Hoofd van de
Politie. Met o.a. als gevolg, dat de douaniers nu dreigen elkaar
overhoop te schieten. Rassenrellen zullen het wel niet zijn, want rassen
bestaan niet.
Net
hetzelfde als in de blogwereld: elk voor zich en allen voor één. Net
als bij Maria op ’t Hoekske. Café-praat aan de toog tegen elkaar
opgaand, waar iedereen in slaap valt van verveling. Het Nieuws wordt
herkauwd, zwaar overbelicht, of stelselmatig in de grond geboord. Want
de beste stuurlui, die staan toch aan de wal? Jozef in Dothan van Joost
van den Vondel heeft ze niks aan. Iedereen blijft maar ronddolen in zijn
eigen woestijn.
En
als er al eens licht in de duisternis verschijnt, wordt het
vliegensvlug de kop ingedrukt. Wegens te veel volksopruiend. Wegens
goedkoop maar gevaarlijk ‘populisme’. Want alles is al lang niet meer de
democratie, de wil van het volk, maar de voorgeschreven ’geleide
democratie’ met vooral veel ‘verboden’ i.p.v. Geboden. In Oostenrijk
wordt 52% na een etmaal vieren en slapen, bij nader toekijken ineens
49.5 en 50.5%, en dus heeft de beste gewonnen. Raar telraam dat daar nog
in gebruik is. Dateert waarschijnlijk nog uit de bloeiperiode van het
Nationaal Socialisme. En dus is de wereld weer eens gered.
Weet
U, ook G. Gezelle, toen hij nog de simpele Onderpastoor was in Brugge,
na zijn leraarschap in de poësisklas in Het Klein Seminarie in
Roeselare, schreef eens in het plaatselijk gezetje bikkelharde luimige
commentaren op de toenmalige Grote Politiek. Slecht bekwam het hem, want
als straf door de geëngageerde Bisschop die ijverde voor het behoud van
de Coburger Staat, voor jaren verbannen naar Kortrijk. Waar hij, buiten
de lessen die hij nog mocht geven in de Bewaarschool bij de Nonnekens,
naar hartenlust kon rijmen en dichten, zonder zijn … op te lichten. Op
die manier, in afgunst en onderdrukking geboren, kon hij zich
ontwikkelen tot een der grootste dichters van ons taalgebied. Had, om zo
te zeggen, niets anders te doen, en was dan ook de graag geziene gast
aan de Kortrijkse rijk gevulde tafelen. De oevers van dat stukje Leie,
waar die net voor de Groeningekouter, de stad binnenstroomde, waren zijn
geliefkoosde wandelroutes. Waar het toen niemand verwonderde, dat er
een Pastoor al brevierend de dingen des levens liep te doorgronden. ‘k
Sta mij zo geern zo diepe in ’t veld’… heeft hij nagelaten, en het is
precies alsof we erbij zijn geweest.
Maar
op die plaats in De Golden River nu rechtgetrokken en uitgediept zodat
er geen scheepjes meer varen, maar mastodonten die elkaar kruisen,
opstomend naar tegengestelde streken. Vlas wordt er lang niet meer
geroot en niemand heeft nog kennis van wat daar allemaal kwam bij
kijken. Vlas werd opgevolgd door textiel en later werd textiel opgevolgd
door werkloosheid. Sedert de Industriële Revolutie werkten onze Vlaamse
wroeters in de spinnerijen en weverijen van net over de grens, en na WO
II vielen ook die, samen met koolputten, stil. Alle weefstukken waren
af en verkocht. De fabrieken vervielen tot puin. En de Overheid zag dat
het goed was. Werken was voor de dommeriken, want alles zou ‘gratis’
worden. Of terugbetaald door de Ziekenkas.
De Pastoors stierven uit, bij gebrek aan erfgenamen. En weer zal de Overheid dat het goed was.
Groot
en klein intellectueel verliet het land voor den vreemde, zodat er naar
blijvende bezoekers moest gezocht worden. Wat aardig lukten want de
wereld zat zoals gezegd, barstensvol met armoezaaiers. Die importeerden
zelfs hun eigen ‘Geloof’, samen met de ‘Stille Ruimtes’ om er te bidden.
Zodat onze kerken en kathedralen tot een vloek in het landschap
verwierden. En weer zag de Overheid dat het goed was.
Toen
begonnen die ‘bezoekers’ zich stilaan als bezetters te gedragen, iets
wat ze maar al te graag demonstreerden door overal aanslagen te plegen.
‘Maar dat mag niet’, riep de Overheid, en hij deed er alles aan om het
tij te doen keren. Maar het werd erger en erger, en toen besloot ook de
Overheid om te vluchten.
Maar
vluchten kan niet meer. Overal elders staat men voor gesloten deuren.
Neen hoor, de Dar-al-Islam, het Huis van de Islam, is een gesloten boek.
Wie daar binnen wil, moet alle hoop laten varen.
Maar
niet getreurd. De Overheid kwam terug en bloeide lijk nooit tevoren. Ze
leefden in dezelfde Harems als de op vilten sloffen lopende Heersers,
ze namen dezelfde vrouwen die hen kinderen baarde zo talrijk als de
zandkorrels op het strand. En dus zag de Overheid dat het goed was
geworden.
Alleen
waren de ‘waarde Landgenoten’ nu herleid tot willoze slaven die in de
goot kropen waar de Hoge Oremus langs wilde. Zo zagen die tenslotte dat
het niet goed was. Maar het was te laat.
En op de tonen van die treurmars
hou ik het voor vandaag ook bekeken, wetende dat God borgt mo j’en scheldt nie quitte.