vrijdag 15 februari 2013

1220 - WAAR ZIJN ZE NAARTOE DE RASECHTE GENTENAREN


.

1220 - WAAR ZIJN ZE NAARTOE DE RASECHTE GENTENAREN

Psssst !!!!!

Men komt mij zo pas te zeggen, dat de SS-vertoning in Aalst reeds uitgebreid in Het Nieuwsblad stond op woensdag 14 februari. “Habe ich nicht gewusst” en de Italiaanse media weten niet eens dat Aalst bestaat. Hoe zouden ze dan daarover schrijven! Google echter weet er alles van!

Ik wens de ‘magistraat’ Alain De Ruyck met of zonder SS uniform, verder een vruchtbare carrière toe. Misschien zelfs dat hij zich kan spiegelen aan Raadsheer Freisler van het Hoogste Gerechtshof in de tijd van Hitler. Zie Google.

***

Afbeelding van Raadsheer Freisler (midden) in actie

 

Die kon doodvonnissen dichten zonder zijn g.t op te lichten.

***

 
Heb ik U al gezegd dat, om de dag goed te maken, U best altijd zo vroeg mogelijk langs gaat bij :
Wie echter nog korter op de bal speelt, is de Jos van
als die tenminste het gras voor de voeten niet wordt weggemaaid door een nog vroegere.
U bevindt zich hier dus in goed gezelschap. Maar toch voor alle zekerheid heb ik het stukje (hieronder) van de hand van ELVEEBEE bij Golfbrekers hier overgenomen. Ook wel een beetje uit verzamelwoede voor mijn persoonlijk archief, tegen de dag dat die man rijk en beroemd zal zijn.

 

***

Ter zake :

 

Woordenpolizei

Geplaatst door 15 februari 2013

Politieke angsthazen slaan wild in het rond

***

Wat doet een bang kind? Het houdt de handen voor de ogen. De briesende stier staat nog steeds voor hem in de wei, maar is niet meer zichtbaar. Het gevaar afdekken, isoleren, niet meer benoemen of vrolijk fluiten in het donker, geeft een vals gevoel van meer veiligheid. Vals, want wie lijdt aan ‘de vreselijke ziekte’, zal niet langer leven dan met ‘kanker’.

Toen in 1991 het toenmalige Vlaams Blok een kletterende verkiezingsoverwinning behaalde, zocht de politieke tafelschuimer Jos Geysels (zelf niet vies van doelgerichte discriminatie en onvervalst fascisme) andere angsthazen uit rode, gele en blauwe kringen op om een ‘cordon sanitaire’ rond deze opkomende concurrent te leggen. De bevriende media werden ingeschakeld om er alleen schadelijk over te berichten en voor de rest dood te zwijgen.

De redders van het vaderland klopten zich op de borst, legden hun aureooltje op het nachtkastje en sliepen de slaap der zelfverklaarde rechtvaardigen…

Maar de realiteit laat zich niet dwingen door loze woorden. Enkele jaren later konden de ‘grote’ – maar ondertussen steeds kleiner wordende – partijen niet anders dan wetten veranderen tot ze in hun kraampje pasten. Rechters, die meer dan de schijn gaven dat ze omgekocht waren, werden ingeschakeld om de gevreesde, maar democratisch opgekomen en verkozen partij te veroordelen op gronden die zelfs in een totalitaire staat nog zouden betwijfeld worden.

Besmeurde kinderzieltjes

Het politicaille begreep dat het zo de strijd niet kon winnen. Het vijandbeeld moest in het onderbewustzijn van de bevolking worden geënt. Dat begon in de normaalscholen waar doorgeschoten pubers gemakkelijk te winnen waren voor revolutionaire (in werkelijkheid: zo behoudsgezind mogelijke, dus oerconservatieve) gedachten. Blaadjes zoals De Morgen en Humo kwamen in de plaats van Zonneland en werden even verplichte lectuur als Mao zijn rood boekje in communistisch China.

 Het waren deze jonge mensen die enkele jaren later voor de klas zouden staan en met het linkse gedachtegoed de Vlaamse kinderzieltjes moesten besmetten. De media, intussen bezet door geïnfiltreerde gatekeepers en platgespoten met miljoenen rechtstreekse en onrechtstreekse subsidies, gingen mee op de buik en lieten zich gewillig voorschrijven welk nieuws ze nog wel en welk ze niet meer mogen brengen, en hoe ze dat moesten formuleren.

Een dove neger

De essentie van journalistiek taalgebruik, duidelijkheid, moest wijken voor omfloerste wolligheid die hetzelfde betekende maar anders klonk.

Jarenlang hadden we gesproken over ‘gebrekkelijken’. Na de Tweede Wereldoorlog klonk dat, onder invloed van de Amerikanisering en anglofieler taalgebruik, als ‘gehandicapten’. Het woord ‘gebrekkelijk’ mocht ineens niet meer gebruikt worden.

Wie een geestelijke of lichamelijke afwijking vertoonde, heette sinds dan ‘een mens (man/vrouw) met een handicap’. Dat werd zelfs gespecificeerd om toch maar zeker te zijn dat die persoon ook nog een goede kant had: hij had ‘een auditieve handicap’, een ‘visuele handicap’ of een ‘beroepshandicap’.

Niemand begreep wat de bedoeling was, want een ‘dove’ of een ‘blinde’ klonk zoveel korter en iedereen begreep het. Die woorden droegen tenslotte geen oordeel in zich, ze verklankten alleen een feit.

In Nederland ging men nog verder. Daar heetten gehandicapten ‘mensen met een lichamelijke uitdaging’! Me hoela! Wanneer ik lichamelijk uitgedaagd wordt, voel ik me allerminst gehandicapt!

We mochten ook niet meer spreken over dwergen, maar over mensen met groeibeperking. Eeuwenlang was het woord ‘neger’ een heel normale beschrijving geweest voor onze zwarte medemens, maar plotseling werd het een scheldwoord. Voortaan mochten we alleen nog ‘zwarte’ zeggen. In Vlaanderen ontstond daardoor een complete begripsverwarring…

Een aanstormende generatie bestond niet meer uit ‘jonge Turken’, maar uit ‘jonge leeuwen’. Alleen iemand die lazarus was, mocht men nog omschrijven als ‘zo zat als een Zwitser’.

Jongeren

Toen er steeds meer straatcriminaliteit gepleegd werd door geteisem dat afkomstig was uit het Rifgebergte, kregen journalisten van hun beroepsvereniging de dwingende richtlijn om geen nationaliteit of herkomst meer te vermelden. Indien de voornaam van het crapuul te veel deed denken aan andere culturen, want Mohammed of Mustafa of Rachid zijn nu eenmaal geen typisch Vlaamse voornamen, dan mochten alleen nog de initialen vermeld worden. Als omschrijving gold het woord ‘jongere’, ongeacht de leeftijd van het tuig.

In officiële rapporten en in de media werden de ordewoorden van de Gedankenpolizei streng opgevolgd. Het hielp geen reet. Aan de toog van het volkscafé bleef men spreken over ‘makaken’ wanneer een anderskleurige medemens zijn verheven cultuur had botgevierd op een weerloos vrouwtje met een handtas.

De politici en hun mediatieke zolenlikkers die dachten dat ze het gevaar onder controle hadden, merkten in hun zelfvoldaanheid de fatale vergissing niet. De kiezer keerde zich van hen af en op nauwelijks twee decennia verschrompelden de ‘traditionele’ partijen tot een marginale blubber zonder gezicht, zonder verhaal, zonder stem en zonder volgelingen.

Rasechte Gentenaars

Hoe groter het risico wordt, hoe meer de paniek echter toeslaat. Het kind houdt niet alleen de handen voor de ogen zodat het de aanstormende stier niet meer ziet, het trekt desnoods zelfs een (rood!) lakentje over het hoofd.

In september jl besloot het regimepamflet De Morgen om van dan af het woord ‘allochtoon’ niet meer te gebruiken. Het werd met veel bombarie aangekondigd en de voortdurend in delirium verkerende Hugo Camps kreeg na veel jaren nog eens een erectie. Tot een orgasme bracht hij het echter niet, want minder dan twee maanden later werd de hoofdredacteur gedwongen om vrijwillig op te zouten.

Deze week zetten twee gemeentebesturen die gedachtegang voort: een nederzetting  aan de Amstel in Nederland en een vesting ergens aan de Leie.

Over de belachelijke manier waarop onze Noorderburen omgaan met maatschappelijke problemen en hun totaal gebrek aan taalrespect, wil ik het hier niet eens hebben.

Onder impuls van Führer Termont zouden de officiële diensten van Gent ook het woord ‘allochtoon’ niet meer gebruiken. Op Twitter brak een tomeloze hilariteit los. Gelukkig was carnaval in Aalst al voorbij. Op twee dagen tijd werden meer schampscheuten en ridiculiserende woordspelingen aan het adres van Gent gelanceerd, dan er grapjes werden gemaakt over het aftreden van de paus.

 Jawel, voortaan wonen in de omgeving van het Gravensteen geen ‘allochtonen’ meer. Het woord werd geschrapt, dus de dreiging afgewend. Maar in het straatbeeld is daardoor niets veranderd. Hoe benoem je die mensen dan? Ook daarvoor heeft de politiek-correcte meute een oplossing: ‘Gentse Turk’, ‘Gentenaar van Marokkaanse oorsprong’, ‘Roemeense Gentenaar’, enz…

Alleen de uitdrukking ‘rasechte Gentenaar’ is voortaan verboden op straffe van vervolging door het Spionnencentrum.

Boemerang

Op zich is deze maatregel nog geen drie lijnen in de krant, en zeker geen seconde op televisie waard. Wanneer plaatselijke potentaten die het einde van hun rijk zien naderen, zich willen belachelijk maken, dan doen ze maar. Niemand die erom maalt. Het heeft geen nieuwswaarde.

De gewone man in de straat trekt er zich immers niets van aan.

En dat is nu juist het grootste gevaar dat de steeds meer verstoten politici compleet ontgaat: dergelijke maatregelen komen als een boemerang terug en vergroten het risico dat men wilde vermijden.

 

Als er voortaan in Gent criminele feiten gebeuren, en dat komt daar nogal eens voor, zal men niet meer spreken over ‘jongeren’, noch de vage term ‘allochtonen’ gebruiken. Vanaf nu zal de dader aangeduid worden met de exacte plaats van herkomst!

Alsof het bedoeling was van de burgemeester om toch een bepaalde bevolkingsgroep te stigmatiseren.

Ze doen maar. Zo lang ze nog kunnen.

De Vlaamse burger weet beter. Die heeft door de eeuwen heen de Romeinse, Frankische, Oostenrijkse, Spaanse, Franse, Nederlandse, Duitse en Brussel-Waalse tirannie overleefd.

De linkse leugens kunnen daar nog bij. 

Elveebee

 

(Deze tekst is auteursrechtelijk beschermd. Verwijzen met link naar dit blog, is toegestaan)

 

***

 
Fluiten in het donker!
Nu dat U ’t zegt : dat is wat de romp-partijtjes nu allemaal oen. Nog niet zo lang geleden schamperden ze op Het Belang, die van circa 25% en de nederlaag van Filip De Winter tegen Janssens bij de vorige Gemeenteraads-verkiezingen, terugvel op 15%. Om na de moerlemeie van MRM met haar lover-boy veerder af te zakken tot amper10%. Die zogezegd ‘staatsdragende partijen’ sukkelen nu rond de 10% (SP A) of dreigen kopke onder te gaan onder de kiesdrempel (Ope BLD). De Tsjeven zouden, na het ACW-schandaal, zelfs nog wel eens lager kunnen vallen. Tsja : die hebben ook jarenlang de poten van onder hun (kerk)stoelen laten zagen door de collega’s. Zij zijn zelfs in hoofdzaak verantwoordelijk voor de wilde immigratie, die nu als een boemerang tegen hun kop slaat. Die immigratie slorpt enorme kredieten op, en onze eigen oudjes dreigen van ontbering om te komen. Zie Engeland : 3 à 4000 sterfgevallen gestorven uit gebrek aan de nodige zorgen : geen geld….
 
 
.

 

***

(Get) AA 3AB, strijder-schrijver op rust van blog-bubbels. Hij observeert de wriemelende mensenmassa’s en licht op klaarlichte dag het gebeuren bij met een stal-lantaarn. Want hij heeft niet graag dat Breedsmoel-kikkers in zijn zonlicht komen staan.

“Ut mien zunne, of ‘k straal joe, zei de bie”.

 

 

Geen opmerkingen: