zondag 8 januari 2012

591 HOGE WOORDEN VANGEN VEEL WIND


-------------------
Nu in het weekend de leeuwen meestal niet hun kooien zitten, maar gelucht worden in familie-verband, even van de godsdienst een godsdienstkwestie maken…. Jullie weten toch dat godsdienst is lijk slechte politiek : als U zich niet bemoeit met politiek, dan bemoeit de politiek zich wel met U.
Als amateur-filosoof, of would-be filosoof, als U wilt,vond ik in onderstaande woordenbrij alleen de geleerde weergave van wat ik gemeenzaam de sprookjeswereld pleeg te noemen. Wel wel, dacht ik, daar is die goeie ouwe Emmanuel weer! En waarachtig, in de dikke brij die Mr André Cloots hieronder opdient, kon ik inderdaad met het vergrootglas enkele pareltjes ontdekken.
Afgezien van de pretentie die doorklinkt in het begrip ‘moderniteit in een 2000 jaar oude wereldgodsdienst’, vind ik de paradignawissel het best gevonden. Met een beetje goede wil zie ik er het purper in van een van de 22 nieuw gewijde kardinalen. Wist niet dat er voor normen- en begrips-verdwazing zelfs een apart woord bestond. De verwijzingen naar ‘Tertio’ vond ik effenaf storend : nog erger als politiekers die om zichzelf en hun plaats in de hiërarchie te bewijzen, ondoordacht refereren naar mekaar. Alsof Annemans moet verwijzen naar de Loodgieter!
Beste lezer : blijf AUB de beker drinken tot de droesem, en het artikel dus tot het einde toe lezen. De vertroosting vindt U helemaal onderaan, samen met iets om Uw mond te spoelen.
O ja, neen, Mr André Cloots twijfelt er niet eens aan, of de figuur van de timmermanszoon uit Nazareth ooit wel, degelijk bewezen, historisch bestaan heeft. Een heikel punt misschien? Men neemt aan van wel, om erger te voorkomen. Alhoewel er tot hiertoe nergens dergelijk objectief bewijs werd voorgedragen. Noch Joodse noch Romeinse Geschiedschrijvers gewagen over de Dood van de Koning der Joden…. Wijze mannen hebben Hem, de mythische figuur, doorheen de eeuwen woorden in de mond gelegd, die ze zelf met heel wat minder gezag hadden kunnen uitspreken. En die wijze woorden : wel : het zijn maar woorden, maar ze zijn universeel, en dus zijn ze waarachtig! Het Onze Vader telt al wat meer woorden dan De Tien Geboden van Mozes, en de Amerikaanse Constitutie, om veel minder te zeggen heeft er vele honderden meer nodig. Ziezo, met dat perspectief kunnen we even verder.
---------------------

Christendom is godsdienst van de interpretatie’
06-01-2012 - André Cloots - tertio
Bron Iskander
------------------------------
Fundamentele moderne inzichten, maar ook iets wezenlijks in de structuur van het christendom staan op het spel. De pluraliteit ligt ingebakken in de moderniteit net als in de incarnatie-idee. Die visie mist filosoof André Cloots in het debat over het manifest Gelovigen nemen het woord.
Een van de belangrijkste omwentelingen in de filosofie van de laatste eeuwen is ongetwijfeld de zogenaamde Copernicaanse Revolutie van Immanuel Kant. Het inzicht dat alle kennen ten diepste gestructureerd is door het bewustzijn. Dat geldt niet alleen voor ons kennen van de wereld of van de mens, maar ook van God.
Kants revolutie staat centraal in de discussie die het manifest Gelovigen nemen het woord op gang bracht. Kant leerde ons dat in onze kennis het centrum niet ligt bij het object maar bij het subject. Wanneer we dat toepassen op de godsdienst leidt dat ook daar tot een Copernicaanse Revolutie: al ons kennen van God is menselijke kennis. Zoals de Nederlandse theoloog Harry Kuitert het vulgariserend uitdrukte: alle woorden van ‘boven’ zijn van ‘beneden’. Dat beïnvloedt ons verstaan van de Bijbel, van het statuut van de kerk en zoveel andere dingen – eigenlijk alles. De Bijbel is, in tegenstelling tot de Koran, niet het letterlijke woord van God; door God gedicteerd van bovenaf. Het ‘Woord van God’ is de Christus en de interpretatie van die Christus gebeurt door de vier evangelies, de theologie, de kerkvaders, de traditie, het kerkelijke leergezag en uiteindelijk het individuele hart van iedere gelovige. Interpretatie alom dus. Geen wonder dat vele belangrijke geloofswaarheden uit het Credo het resultaat zijn van lange en hevige discussies in de eerste eeuwen van het christendom, bijvoorbeeld rond de goddelijkheid en de menselijkheid van Jezus. Met veroordelingen allerhande en uiteindelijk de beslissing door een Concilie. De Franse filosoof, Marcel Gauchet, noemt daarom het christendom, in tegenstelling tot de islam, ‘de godsdienst van de interpretatie’, van ‘de indirecte transmissie’. Die interpretaties, dat leert ons de Copernicaanse Revolutie, zijn altijd mensenwerk – al zal de gelovige daar ook de Geest Gods in aan het werk zien.
Die ‘wending naar de mens’ is een van de basispijlers van de moderniteit. Een andere centrale pijler is de radicalisering van de gelijkheid: ‘liberté, égalité, fraternité’ . Gelijkheid op de eerste plaats van alle mensen. Er zijn geen ‘hogere’ en geen ‘lagere’ mensen, zoals vroeger de adel, de koning, de priester of de monnik. Het gaat ook om gelijkheid van godsdiensten, plaatsen, tijden, planeten enzovoort. In een middeleeuwse wereld is alles hiërarchisch geordend. Moderniteit betekent dat niets en niemand ‘uit zichzelf’ hoger is. Elke hiërarchie is een menselijk product.
Er zijn nog heel wat andere aspecten van die verschuiving naar voren te brengen, maar alleen deze elementen betekenen al een aardverschuiving voor de godsdienst. Het al of niet aanvaarden ervan leidt naar twee wereldvisies en meteen naar twee kerkvisies en twee visies op religie. En zoals Carl Schmitt of Eric Voegelin al een eeuw geleden betoogden, ook twee visies op de incarnatie, het hart van het christendom. De spanning tussen de nadruk op God en de nadruk op de mens zit in de incarnatie ingebakken. Ze houdt ook de spanning in tussen verticaliteit en horizontaliteit, tussen de priester als vertegenwoordiger van God en als voorganger van de gemeenschap. Elke interpretatie van de incarnatie is een wankel evenwicht. Het is nooit ‘of/of’, maar altijd én/én’. Dat maakt trouwens de idee van incarnatie zo uniek. Maar de interpretatie ervan is niet zomaar gegeven. Elke accentverschuiving naar de ene of de andere kant maakt een wereld van verschil in ons denken over liturgie, over de plaats van de priester en de criteria van de wijding – waarnaar bisschop Johan Bonny verwijst in Tertio nr. 617 – en in zo veel andere dingen.
Tussen die verschillende strekkingen is het water soms heel diep. Dan wordt het bijna wat de wetenschapsfilosofie een paradigmawissel noemt: een wissel in de basisvooronderstellingen waarop al ons spreken berust. Als die veranderen, gebruiken we nog wel dezelfde woorden, maar ze betekenen iets anders. We zitten in een andere ‘wereld’. En dat kan je niet zomaar theologisch oplossen, omdat je paradigma ook de theologie bepaalt die je naar voren schuift. Met andere woorden: het is altijd een menselijke constructie – wat er ook over wordt gezegd. Dat geldt ook voor het standpunt dat Marcel Gielis en Frans Van Looveren verdedigen in Naar sterke centrumkerken met minder priesters in Tertio nr. 617, zelfs wanneer ze, al dan niet terecht, naar ‘Rome’ menen te kunnen verwijzen. Het eigenlijke probleem is in de eerste plaats in welke mate we, Rome inbegrepen, de moderniteit al dan niet aanvaarden. Dat is niet alleen een probleem voor de islam, zoals we vaak zelfgenoegzaam suggereren. Het is evenzeer een probleem voor het christendom. Zowel in zijn protestantse versie – denken we maar aan de fundamentalistische christenen in de VS – als in zijn katholieke gedaante.
De jongste decennia blijkt uit het onderzoek naar de moderniteit steeds sterker hoezeer die door het christendom zelf mogelijk is gemaakt, met haar nadruk op de mens, op de wereld hier en nu, op de autonomie van het denken, of met de scheiding tussen kerk en staat. Maar het is ook heel duidelijk hoezeer het christendom het blijvend lastig heeft met dat (klein-)kind. Net zoals het last heeft met een verscheidenheid aan interpretaties. In de protestantse tradities heb je juist daardoor de vele ‘denominaties’. Die verscheidenheid is inherent aan de idee zelf van incarnatie. En aan de moderniteit.
De neiging bestaat die verscheidenheid proberen te overwinnen door een hernieuwde uniformisering en zo ‘de spreidstand op te heffen’, zoals Emmanuel Van Lierde suggereert in Tertio nr. 617. Dat lijkt me gewoon niet mogelijk, maar vooral ook niet wenselijk. Die ‘spreidstand’ is niet hypocriet, maar behoort integendeel tot het hart van het christendom zelf, als godsdienst van de incarnatie en van de interpretatie. Dat een bepaalde interpretatie van het christendom daar last mee heeft, meer dan andere, heeft meer te maken met de moderniteit dan met wat nu precies de enig juiste interpretatie en beleving van het christendom is. In de moderniteit net als in de incarnatie-idee ligt alleszins de pluraliteit ingebakken. Ook in die zin is de moderniteit het niet altijd erkende kind van het christendom.

-------------------
Diagonaal herlezen
Ik hoop, voor zij die tot hier geraakt zijn, dat zij een beetje inzicht gekregen hebben in de vijandelijke stellingen, die ze o zo graag maar dan zonder kennis van zaken, beschieten om te doden. Waarom paradgimeren (?!) die geleerde bollen dan Het Laatste Evangelie van Johannes, geschreven rond 70 na X, waar de aanvangsverzen als evenveel klaroenstoten door de hersenen gaan? Waarom lezen zij niet wat daar staat? Even het volume dimmen dan van het Oratorium van de Johannes Passion van J.S Bach, om deze tijdgenoot van de Zachtmoedige aan het woord te laten.
1. In het begin was het Woord; En het Woord was bij God,
2. En het Woord was God;
3. Alles is door Hem ontstaan; En zonder Hem is niets ontstaan.
4. In wat bestond, was Hij het leven, en het Leven was het licht der mensen;
5. Het Licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan.
6. Er kwam een mens, van God gezonden; Johannes was zijn naam.
7. Hij kwam tot getuigenis, om van het Licht te getuigen, opdat allen door hem zouden geloven.
8. Hijzelf was niet het Licht, maar hij moest getuigen van het Licht.
9. Het waarachtige Licht, dat alle mensen verlicht, kwam in de wereld.
10. Hij was in de wereld, en ofschoon de wereld door Hem was ontstaan, erkende de wereld hem niet.
11. Hij kwam in zijn eigen bezit; Ook de zijnen ontvingen Hem niet.
12. Maar aan allen, die Hem ontvingen, gaf Hij de macht, Gods kinderen te worden : aan allen, die in zijn Naam geloven.
13. Die niet uit bloed, noch uit de wil van vlees of man, maar die uit God zijn geboren.
14. Het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond! En wij hebben zijn glorie aanschouwd: een glorie als van de Eengeborene uit de Vader, vol van genade en waarheid.
Voornamelijk de eerste twee verzen zijn belangrijk : In het begin was het Woord; en het Woord was bij God, en het Woord was God;

Daar staat volgens mij, dat het woord, de veruitwendiging van de menselijke geest, leidt tot een hogere onbekende en niet-zintuigelijke wereld waar we dan maar, uit onvermogen, allerlei interpretaties aan geven. Waarbij interpretaties altijd maar tijdgebonden interpretaties blijven. ‘Het Woord is Vlees geworden’ : de mens (het vlees) is zich bewust geworden van het Woord en van de verborgen wereld daar achter. Het klinkt bijna als een godslastering, maar vers 14 hierboven bevestigt het uitdrukkelijk : de waarheid ligt in elke mens, in welke eeuw die ook geboren wordt. Het Hogere, de sterfelijke mens, de geest (product van het menselijk verstand) : zou dat geen mogelijke interpretatie zijn van de Goddelijke Drie Eenheid van de Vader, de Zoon en de H. Geest?
Allo Linxe pers! Onder Jozef Stalin werd in 1952 het kleine Poetinneke gedoopt in St Petersburg. Datzelfde Poetinneke werd later de Chef van de gevreesde KGB, en eenmaal het communisme helemaal dood en begraven, werd hij de opvolger al Staatshoofd van Het Monster. Nog later verklaarde hij in de kathedraal waar hij werd gedoopt, voor het oog van de camera’s, dat zijn beide ouders daar begraven werden, al was Papa Poetin een gedichte Rode Vaander. Bij het branden vaan Kerstkaarsje, sloeg dezelfde Poetin dan een reuzengroot kruisteken.
Tja : als onderschrift bij dat kruisteken van Poetin zouden Vers 1 en 2 van Het Laatste Evangelie van Johannes niet hebben misstaan…..
?
Misschien een beetje zwaar op de hand, deze 14 verzen uit dat Laatste Evangelie van Johannes? Och, wat wil je : de mens is uiteraard in deze donkere periode van het jaar, altijd een beetje geneigd tot zwaarmoedigheid. En weemoed, als de avond valt, die niemand kan verklaren…
Ja en dan dat misverstand dat ook hier bij André Cloots in stand wordt gehouden, dat de Muzelmannerij zo maar ‘een andere’ godsdienst is. Dat moet zo nodig om politiek correct te zijn in elke tekst staan van die belgicisten die in Tertio en in Kerk en Leven schrijven …. Uit schrik voor de Bazen, durven zij niet schrijven wat zij echt denken. De Islam is niet alleen een slechte kopij van het kinderlijk eenvoudig origineel, de Profeet-Pedofiel misbruikt er de goede begrippen uit om er een wrede en onverdraagzame woestijn-hiërarchie mee op te bouwen. Juist, Meneer Cloots : een honingbij en een wesp hebben inderdaad ook veel gelijkenissen. Tot U ze met zachte dwang een beetje verder uit Uw omgeving wil houden….
En dan spreek ik nog niet van hun voortbrengselen of hun nut voor de mensen.

Geen opmerkingen: