.
500474 - LIKE A CADLE IN THE WIND EN MET DE HOE IN DEE HAND TREKKEN WE DOOR HET MMOIE VLAAMSE LAND
ZONDAG 20 DECEMBER 2020
INHOUD
ALS OID-LDERLING VAN HET VINCENTIUSCOLLEGE (IEPER) VIND IK HET EEN GOED IDEE OM DE NIEUWE ‘VOORUIT’ VAN ONS ‘MATEKE ONDER DE BESCHERMING TE STELLEN VAN EEN GOEDE PATROON-HEIMIGE.
*
VINCENTIUS A PAULO
Gestorven 27 sep 1660 te Parijs
Beschermheilige voor Charitatieve werken
is een Franse heilige, orde-stichter en organisator van caritatieve werken.
Hij werd geboren in 1581 in het stadje dat sinds 1828 Saint-Vincent-de-Paul heet. In 1600 werd hij tot priester gewijd.
In 1605 gaf hij les aan de universiteit van Toulouse. Hij maakte een reis naar Marseille om daar een bescheiden erfenis in ontvangst te nemen. Op de terugweg werd hij op zee gevangen genomen door Barbarijse zeerovers die hem in Tunis als slaaf verkochten. In 1607 wist Vincent te ontvluchten aan de slavenhandelaars en ging naar Rome.
In 1612 werd hij pastoor in Clichy en een jaar later huiskapelaan en leraar van de gegoede familie Gondi. In 1617 stichtte hij een vrouwenvereniging die zich wijdde aan de zorg voor armen en zieken.
In 1619 kreeg hij de moeilijke taak om als hoofd-aalmoezenier te zorgen voor de galeislaven. Hij voelde zich met deze mensen, die onmenselijk hard moesten werken op de galeien, zeer verbonden en hij deed er alles aan om hun lot, waar mogelijk, te verbeteren.
Ook trok hij van parochie naar parochie en preekte hij daar gedurende drie dagen om de gelovigen de kans te geven om orde op geloofszaken te stellen, de zogenaamde volks-missies. Tevens verbeterde hij de organisatie en opleiding van de priesters.
In 1625 stichtte hij de Congregatie der Missie, vanwege de naam van hun eerste klooster (het voormalige melaatsenhuis St. Lazare) ook wel de lazaristen genoemd. Leden van deze congregatie werden uitgezonden om in verre landen, waaronder China en Brazilië, het evangelie te prediken.
En in 1633 stichtte hij samen met de heilige Louise Legras-de Marillac een zustercongregatie: de Dochters van Liefde van Vincentius a Paulo, die nog altijd een grote congregatie is. In de loop der tijd ontstonden er ook andere door de vincentiaanse spiritualiteit geïnspireerde ordes, waaronder in Nederland de zusters van Schijndel.
Van 1643 tot 1652 was hij lid van een raad die ook medezeggenschap had bij het benoemen van bisschoppen. Maar hij werd door kardinaal Mazarin uit die raad gezet, omdat hij het niet eens was met diens politieke invloed, die er onder andere voor zorgde dat Mazarin aan de macht kwam.
Hij stond koning Lodewijk XIII van Frankrijk bij aan diens sterfbed. Hij zei tegen zijn volgelingen: "Ik geef je als klooster de straat, als cel de ziekenkamers, als kapel de parochiekerk, als slot de gehoorzaamheid en als sluier de ingetogenheid." En ook: " Je verliest er niets bij zusters, wanneer je het gebed of de Eucharistie moet verlaten om naar de armen te gaan, want je gaat naar God als je de armen gaat dienen."
*
GUVAAL
http://blog.seniorennet.be/guvaal/
BLUE BELGIUM
De nieuwste ministers en staatssecretarissen van Paarsgroen+, voor een groot deel zonder enige ministeriële ervaring, zorgen op tijd en stond voor de nodige opschudding en hilariteit. Na de uitspraak van de minister van Binnenlandse Zaken, Annelies Verlinden (CD&V), over het familiefeestje met barbecue waarbij men niet door het huis (en dus ook niet naar het toilet) mocht, die zelfs de Washington Post haalde, was er nu de stunt van staatsecretaresse, Eva De Bleeker (Open VLD), die de prijstabel voor de vaccins openbaar maakte, dat terwijl er tussen de E.U. en de farmabedrijven was afgesproken die geheim te houden. Ook dit verhaal gaat de wereld rond. Het gaat er niet om of men het daarmee al dan niet eens is, afspraken zijn afspraken en wie ze niet naleeft riskeert een contactbreuk . De Romeinen kenden dat al (‘Pacta servanda sunt’), maar voor een nieuwbakken Belgische regeringslid telt dat blijkbaar niet. Dat het bericht zonder haar medeweten door een medewerkster op de (on)sociale media zou gezet geweest zijn, doet weinig ter zake. Het betekent alleen dat ze haar kabinet niet onder controle heeft. Ik heb zo het vage voorgevoel dat we nog meer van die kemels gaan meemaken met deze regering van amateurs.
---
Eva De Bleeker moet echter niet wanhopen. Ze zit in de goede partij die later wel voor haar zal zorgen. Denk maar aan Karel Pinxten, ex-christendemocraat die overliep naar de nieuwe VLD van Verhofstadt en daarvoor beloond werd met de job van auditeur bij de Europese Rekenkamer*. En rekenen kon hij: 17.000 euro netto per maand, plus een dagvergoeding voor verplaatsingen buitenhuis, waar hij uitgebreid gebruik van maakte, accijnsvrij tanken en God weet wat nog allemaal. De Europese antifraudedienst beschuldigt hem nu van geldverspilling omdat hij o.m. onkosten inbracht voor jachtpartijen op een kasteeldomein in Frankrijk, een wijnproeverij in de Bourgogne en een familiereis naar Cuba. De man, die in 2015 door koning Filip tot baron werd gezalfd, is zich van geen kwaad bewust.
*Als ik me niet vergis, zit Annemie Turtelboom nu ook in die Europese Rekenkamer. Ook zij was een overloopster (zij kwam van CD&V) die na de rel over de zgz ‘Turteltaks’ met een riante post beloond werd door Open VLD, waarbij nog maar eens bevestigd wordt, dat de liberale familie in dit land dé partijen van de jobkes zijn. Denk maar aan dat half dozijn ex-kabinetschefs na 20 jaar Reynders, dat men overal op topjobs kan terugvinden. Of aan Carina Van Cauter, die na een vierde plaats op het examen voor provinciegouverneur de voorkeur kreeg op de kandidaten die het beter deden.
‘WE VINDEN ONSZELF ALTIJD SLIMMER DAN DE REST VAN DE WERELD’
De laatste stappen leiden naar Teuven dat rijmt op Leuven: zo gaan we naar huis. Afscheidnemend van de GR128 en zo hopelijk ook van 2020. Zware lente, cruel summer, ontnuchterende herfst. ‘Waar eindigt dit?’, vraagt Siobhan Wolters. Bijna winter en nog altijd geen antwoord.
Er is nog zoveel niet geschreven. Al die vragen zonder antwoord. Maar soms is er niemand aan wie je iets kan vragen en soms vergeet je het.
Van wie waren de bottines, eenzaam doch netjes naast elkaar, alsof iemand ze nog maar net had uitgetrokken, langs de Schelde in Uitbergen? Het was koud. Geen zwem-weer. Welk boek las de jonge moeder die, in Wespelaar, wandelde met haar baby slapend in een draagzak op haar borst? Waarom kocht iemand uit
Oudegem een oude lijkwagen en kleefde hij er stickers van het Vlaams Belang op? Of zij. Wie was Tom van de Tomstraat in Piringen?
We zullen het op deze bladzijden niet meer te weten komen. Elke stap op de GR128 is er een vooruit. Stilstaan doen alleen de koeien in Piringen die kijken zoals alleen koeien kunnen kijken, wachtend op een onvermijdelijk einde, zich onbewust van het bord waarop ze ooit zullen belanden. Aan hen valt niets te vragen en in Mulken, Riksingen en Henis - dorpen onder de rook van Tongeren - houdt de herfst iedereen binnen. De maatregelen worden nog eens verstrengd (cultuur dicht, 40 mensen op begrafenissen, sporten tot 12 jaar, winkelen met twee), maar een foto van een pas erkende buitenechtelijke dochter en haar ontmoeting met haar koninklijke vader en zijn vrouw overheerst de voorpagina’s van de kranten. ‘Het is tijd voor verzoening’, zegt de titel. Tijd voor wat opbeurend nieuws.
©Mediafin
Maar natuurlijk denk je in Alt-Hoeselt aan alt-J en dus met weemoed aan hun liedje ‘Taro’. Gerda Taro, de bruinharige Pools-Duitse die stierf in het Spaanse Brunete, geliefde van Robert Capa. Waar zouden zij, allebei oorlogsfotografen, dit jaar gezeten hebben als ze er nog waren? In Bergamo misschien of in Wuhan, New York, Alken. Of waren ze toch in Lesbos, Aleppo, Kenia of bij de taliban gebleven? Omdat de wereld niet ophield. Zouden ze corona-moe geworden zijn?
Alweer vragen zonder antwoord en in Grote Spouwen, het dorp waar vorig jaar vuur laaide uit het dak van wat een opvangcentrum voor asielzoekers moest worden, vertelt een mevrouw over haar vader die in december 2019 overleed. Ze is blij dat hij corona niet heeft moeten meemaken. Ze vertelt over hoe plots (‘ik rook de lente al’) in haar tuin een tapijt van viooltjes verscheen, nooit eerder gezien, zomaar, zoveel bloemen en dat in 2020. Ze vertelt veel meer, een mooi en bijzonder verhaal, dat dat zo droevige, on-Limburgs ongastvrije asielzoekersverhaal blust, maar ze denkt dat ze het niet in de krant wil. ‘Mag ik erover nadenken?’, vraagt ze en op een afgescheurd blaadje noteer ik mijn mailadres. Als ze van gedacht verandert, zal ze me schrijven, ‘beloofd’. Twee maanden later is er geen bericht gekomen.
" Nog vijf stukken kermen en zuchten op de Voerense hellingen, want verdorie, de finale is geen vlakke rit naar de Champs-Élysées. "
50 meter voorbij haar huis maakt de GR128 een scherpe bocht naar links. Het pad staat aangeduid, zoals de voorbije
420 kilometer al, bijna feilloos met rood-witte bordjes, pijltjes en geschilderde markeringen op verlichtingspalen, straatnaampalen, omheiningspalen, huisgevels en bomen die zo de weg bepalen. Wij schrijven rood-wit, Geert Creve zegt aan de telefoon wit-rood. In mooie woorden: ‘De GR is de wit-rode draad door mijn hobby.’
Hij is bijna zestiger, ambtenaar bij defensie, provinciaal coördinator van de Grote Routepaden in Oost-Vlaanderen. Drie weken geleden stapten we in Wontergem zijn regio binnen, bij de Chinees Achi Wu in Moorsel dronken we een laatste Oost-Vlaamse koffie. Ook daar was alleen de
onoplettende wandelaar al eens de juiste straat voorbijgestapt. ‘In mijn regio onderhouden we die markeringen met zo’n
35 vrijwilligers’, zegt Creve. ‘In totaal zijn we met 250. We rusten nooit en ik doe het heel graag. Het is een passie.’
Dit telefoontje is een intermezzo, als hulde, voor die vrijwilliger. ‘Ongebaande paden’ van Sylvain Tesson is een prachtig boek over zijn doorsteek door Frankrijk dat hij eindigt met deze drie zinnen: ‘Je hoefde alleen maar op zoek te gaan, er
bestonden nog uithoeken. Er waren nog ongebaande paden. Wat viel er te klagen?’ Maar ongebaand wandelen door dit land en dit gekke jaar, was té onvoorspelbaar. Die rood-witte, of wit-rode, leidraad was nodig. Een handige gids (lastige woorden in de mond van die streek) vanuit West-Vlaanderen naar het zacht zingende landschap van Limburg, om de temperatuur te meten tussen de eerste dag van de nieuwe regering en, over enkele dagen, Allerheiligen. Zonder de GR128 was het pad al te grillig geworden.
©Rik Van Puymbroeck
Dus waren die vrijwilligers nodig. ‘In Vlaanderen heb je zo’n 3.500 kilometer aangeduide paden, in Wallonië zeker 4.000’, zegt Creve. ‘De filosofie van de Grote Routepaden is dat je van A naar B wandelt, in lijnen, dat je afstanden overwint.
Ik heb de GR128 zelf ondertussen wel helemaal afgestapt en zo mijn aardrijkskunde in eigen land goed bijgespijkerd. De traagheid heeft zijn voordelen: ik ben door dorpen en natuurgebieden gewandeld waar ik nooit van gehoord had.’
Dat is herkenbaar, al die dorpjes die ritmisch aan elkaar geregen worden, leken gedichten te worden en die opeenvolgende dialecten een lint van mensen en plekken die je met de auto nooit zou passeren. ‘2020 was een topjaar. De GR-paden kenden de voorbije tien jaar al een serieus stijgende populariteit. Maar dit jaar heeft
iedereen, door corona, een beetje noodgedwongen het wandelen ontdekt. Corona leidde tot een boost. Op sommige paden werd het zelfs heel druk en de vereniging kreeg er zeker 1.000 nieuwe leden bij.’
Zullen we volgend jaar nog wandelen? Geert Creve zeker wel. Van Sylvain Tesson weten we dat niet. Bij schrijvers en filosofen gaat het altijd zo: eerst het gewroet dat niemand ziet, dan de vrucht ervan. Over die traagheid schreef Frédéric Gros al: ‘Om te vertragen is er nooit iets beters verzonnen dan wandelen. Om te wandelen heb je alleen maar twee benen nodig. De rest is onzin. Wil je sneller? Ga dan niet wandelen, maar zoek iets anders: rijden, skiën, vliegen.’ Eerder dit jaar citeerden we Rebecca Solnit, nog één keer laten we hier haar mooie woorden vallen: ‘De velden en straten wachten.’
Dus dank u, Grote Routepaden.
Terug op aarde, daar is niets aan te doen. Door de vitrine van de begrafenisondernemer Merken zie je sleutelhangers ‘met asvoorziening’ (€ 36), ‘keramiek mini-
urne’, bloemstukken natuurlijk, fotokaders ‘met asvoorziening’, biologisch afbreekbare urnes, bronzen rozen ‘met asvoorziening’ en spreuken. ‘Het leven van een mens is als een kaars in de wind.’ ‘Het verdriet verdwijnt, de liefde leeft voort.’ ‘Woorden voor zoveel verdriet zijn er niet.’
De dood is een zakenmodel, daar is evenmin iets aan te doen en op die laatste zomerdag was de korte rit in de trage corbillard ongetwijfeld de duurste van moeders pas voorbije leven. Door het dorp dat ze goed kende naar de grond waarvoor ze was voorbestemd en waar ze overbuur werd van haar eigen ouders. Maar wie zal daarover klagen? De rituelen van het definitieve afscheid hebben geen prijs. En je moet niets. Merken biedt op steen voor
135 euro een regel van Clouseau aan: ‘Slaap zacht, je hebt het verdiend, je vocht tot aan je laatste zucht.’ Hoe dat met auteursrechten zit, is niet duidelijk.
Zo val je bijna Vlaanderen buiten, want in Vroenhoven gaat de GR128 flirten met dat andere Limburg, in Nederland. Daar is een brug voor nodig want het Albertkanaal, nog net België, kondigt de grens aan. Je ziet Maastricht al liggen. Onder de brug is een, door de lockdown gesloten, trendy café dat ‘Onder de Brug’ heet.
80 jaar geleden was daarvan geen sprake. Op 11 mei 1940 kwamen hier ‘bij de niets ontziende aanvallen door het Duitse leger’ mannen, vrouwen en kinderen om het leven. Soldaten van de 18de linie, vliegeniers van de Belgische luchtmacht, grenswachters, rijkswachters, jongens uit Frankrijk en Amerika. Al die namen luidop lezen zorgt voor een ritmisch tegengewicht voor de ratelende mitrailleurs, maar het brengt Isidoor, Godelieve, Aubin, André en Willy niet terug. Een naamloos schip klieft door het kanaal en, naast een gedicht in vier
talen, valt op de brug één bordje op: ‘Dringend nood aan een gesprek? 1813.’ De zelfmoordlijn. Ook 80 jaar later kan de dood op deze hoge brug aan je sleuren.
Slapen kan nog in Kanne, maar dan steekt de Vlaanderenroute toch de grens over. Dat is niet zo raar, ze deed dat in Kemmel al, komend uit Wissant. Later zal ze nog naar Duitsland tot in Aken gaan. Dus waarom zouden wij dat dan niet doen? En op de Sint-Pietersberg wandelt Sandra Behnken met een hond. Ze is 58, schildert iconen en schrijft poëzie en in de lente durfde ze amper buiten te komen. ‘Toen gingen heel veel mensen dood’, zegt ze.
"Al die dorpjes ritmisch aan elkaar geregen leken gedichten te worden en de opeenvolgende dialecten een lint van mensen en plekken die je met de auto nooit zou passeren. "
We houden afstand en nu zegt ze: ‘Nederland pakte corona anders aan dan jullie. Mark Rutte rekende op ons gezond verstand en de woorden ‘intelligente lockdown’ vielen. Dringend advies om mondmaskers te dragen. (glimlacht) Maar zo zijn wij Nederlanders dan: we discussiëren over alles en we vinden onszelf altijd slimmer dan de rest van de wereld.’ Ze zegt niet: zie je nu wel. Ze zegt ook niet dat corona haar inspiratie voor gedichten opleverde. ‘Helemaal niet. Het moet nog zakken.’ Ze zegt wel dat ze altijd een setje mondmaskers bij zich heeft. ‘Maar wat schiet je op met een ‘dringend advies’ om ze te dragen? Geloof me. Het zijn niet alleen de jongeren die het aan hun laars lappen. Ik zie ook veel leeftijdsgenoten en nog ouderen zonder mondkapje in de winkel.’ Op haar telefoon laat ze een van haar eenvoudige verzen lezen. ‘Zonovergoten’ heet het en het gaat zo: ‘Weergaloos mooi is de toekomst die vandaag begint / De einder tegemoet die alles uitwist wat ooit niet te dragen was.’
Maastricht binnenstappen is onwezenlijk. Omdat de lus die het pad hier maakt ongebruikelijk is en het contrast zo opvallend. Sinds Gent geen stad meer gezien, zelfs geen stadje, rond Leuven maakte de GR128 een bocht. Maar nu niet. Voor het eerst sinds lang de klank van hoge hakken in de beklinkerde straatjes. Door het raam van zomaar een huis zie ik een Sabato op de bank liggen. Thuis komt dichtbij. Verderop: mooie hotels, chique winkels, Onze-Lievevrouwplein, Graanmarkt, Stokstraat, het Vrijthof vlakbij. Een stadscentrum zonder mondmasker. En als we het ommetje naar boekhandel De Tribune (ontdek ’m en je gaat er altijd terug) maken, valt daar dat A4’tje op: ‘Mondmasker? Graag.’ Het moet niet.
Toen Siobhan Wolters 18 was, werd ze mama van Jace. Met de vader van haar jongen, die nu 8 is, is er al lang geen contact meer. Siobhan kreeg haar naam ooit, hoorde ze van haar ouders, ‘naar een zangeres.’ Ja, wij kennen Siobhan Fahey nog: hoge kapsels, salopettes, Bananarama, ‘Cruel Summer’ natuurlijk. Maar zij is daar te jong voor, al was dit jaar wreed. We staan in Museumcafé Ipanema van het Bonnefante-nmuseum (je zou haar dus ook die girl kunnen noemen), waar ze werkt en een meeneemkoffie voor me klaarmaakt. Zoals ze er van 7 tot 15 maart werkte op
Tefaf, de kunstbeurs, in Maastricht. ‘Er waren veel events en er kwamen bezoekers van overal’, zegt ze. ‘Hoe voorzichtig je ook was, daar is een grote doorbraak van corona geweest.’
Ook zij, Siobhan. Het was begin april toen ze zich ziek voelde en, inderdaad, het virus haar velde. ‘Het begon met geur- en smaakverlies. Toen belde ik naar mijn huisarts en vroeg: ‘Is dit normaal?’ We wisten op dat moment nog maar weinig over
corona. Maar ik had het dus en ik heb het gevoeld. Ik werd ziek en de eerste tien
dagen zo ziek dat ik letterlijk dacht dat ik doodging. Het was on-draaglijk.’ Het streepje zetten wij hier bij, je spreekt dat niet uit, maar haar toon is wel zo beklemmend.
Siobhan woont op een appartementje met haar zoon. Ook hij werd ziek, maar de jongen had vooral met haar te doen. Zij kon niets. ‘Jace deed alles. Hij maakte zijn huiswerk zelf. Hij zorgde voor zijn eigen eten. Hij ging alleen naar bed. Hij zorgde voor mij. Dat deed hij allemaal ogenschijnlijk rustig. Een kind van 8.’
Later, toen ze na dik drie weken iets beter was, gaf Jace toe dat hij die dagen helemaal niet zo rustig was. Hij had zich flink gedragen, maar dat is iets anders. Hij wilde haar niet belasten. ‘Nadien zei hij me: ik was doodsbang dat je doodging.’
©Rik Van Puymbroeck
Ze haalt haar smartphone boven en toont een foto van Jace. Pet stoer omgekeerd op dat blinkend kopje. ‘Voor ik ziek werd, rookte ik. Het goede is dat ik daarvan af ben. Eén keer heb ik nog aan een sigaret getrokken: ik hoestte me de longen uit het lijf. (glimlacht) Ik kan dus niet eens meer roken. Dat is goed. Tot vandaag voel ik de naweeën nog. Diep ademhalen gaat niet zonder pijn. Hoewel ik geen schrik meer heb. Ik voel me zelfs een beetje onoverwinnelijk nu. Maar waar eindigt dit? Ik zou vandaag liever een totale lockdown hebben dan dit. Dat zitten we met kerst misschien allemaal gewoon aan tafel.’
Het is 29 oktober wanneer Siobhan dat zegt, ze weet niet wat wij nu weten en zij dus inmiddels ongetwijfeld ook. Deze week ging Nederland op slot. Van een intelligente lockdown was geen sprake meer en in Museumbar Ipanema zal het stil zijn met kerst. Een beetje dromen van het strand daar in Brazilië, vlak bij dat van
Copacabana, ja, dat kan nog.
En dromend van beters stap ik weg uit Maastricht in wat misschien het saaiste stukje van de GR128 is. Het weer wil ook niet mee en pas vlak voor Eijsden, een mooi dorpje, is er toch weer wat natuur. Aan de andere kant van de Maas ligt Lanaye en krijgt het virus dus een Franse klank. Le virus. Als alle lichten uitgaan, kan je hier in Eijsden nog aan de waterkant naar de overkant kijken. In Lanaye zit iedereen vanaf 22 uur dan al binnen door de avondklok die zij zo prachtig ‘couvre-feu’ noemen. Zelfde pandemie, maar de rivier is de grens van taal en aanpak.
In het dagblad De Limburger beheerst corona alle katernen. Buitenland (‘Vlaanderen grijpt nu in’), economie (‘Wereldwijd spil in coronatesten’), regio (‘Besmettingen bij vleesverwerker Verhey in Nuth’) en sport (‘VV Eijsden schorst compleet voetbalteam’).
Eijsden? Hier slaap ik. Ik lees: ‘VV Eijsden heeft een compleet team geschorst voor het schenden van de coronaregels. Het vijfde elftal nam een krat bier mee de kleedkamer in terwijl de kantine gesloten was en zou de regel van anderhalve meter afstand voortdurend negeren. De club heeft het team voor vier weken van het complex geweerd.’
Ik zoek de site van de club en mail de secretaris. Of ik morgen even mag langskomen, de route passeert letterlijk langs het sportpark van VV Eijsden. Drie uur later antwoordt de secretaris. ‘Beste, we hebben geen interesse in dit gesprek. Met vriendelijke groet.’ Corona-schaamte bestaat.
Het ontbijt gebeurt corona-proof, al ben ik de enige gast in deze eenvoudige B&B. Een geplastificeerde ontbijt-lijst geeft tussen cijfer 1 en 31 alle mogelijkheden. Van brood over maïswafels, kaas, kipfilet, hagelslag melk en hagelslag puur, tot kwark en honing. Erbij een wit schrijfbord en een uitwisbare markeerstift. Het volstaat om daarop de cijfers over te schrijven en hoeveel je wilt.
Je verlaat Nederland via de Ezelsweg en, al zijn de grenzen deze keer wel open, zo stap je weer een nieuwe lockdown binnen. Waren we dan toch ezels die ons twee keer aan dezelfde steen stootten? Boetedoening ligt op de loer, zeker als een pijl de weg naar Santiago de Compostela aanwijst. Het is de richting die we uit moeten, aandachtig blijven is dus van tel. Voor 2.300 kilometer extra ontbreekt de moed en het einde van deze wandeling ligt maar 14 kilometer verder. Naar de levende kippen in de kathedraal van Santa Domingo de la Calzada gaan we een andere keer kijken.
Dit zijn dus de laatste gedachten. Nog één keer mogen de voeten pijn doen. Nog vijf stukken kermen en zuchten op de Voerense hellingen, want verdorie, de finale is geen vlakke rit naar de Champs-Élysées. Nog één keer wat verward zijn en een pijltje missen en als een klungel op de stappen terugkeren. ’s Gravenvoeren, neen ik kijk niet meer naar het kerkhof, Sint-Martens-Voeren, de Plank, ik wil met niemand meer praten, genoeg gepraat al die 28 dagen, een laatste rood-wit bordje, oké, dan wit-rood, op een boom, ik kom aan in Teuven waar de wandeling toch weer aan de kerk en dus op een begraafplaats eindigt. Ik druk een laatste keer op de stappenteller. Vanuit Kemmel waren het er 722.930. De geplande 474 kilometer op het pad werden er 515. Omdat al die bedden niet altijd op de GR128 stonden.
Hier staat een bankje en daar is mijn geliefde chauffeur.
Rik Van Puymbroeck
CORONA & CENSUU VRIJE COMMENTAAR
Na de Corona moord-poging op de Franse President Emanuel Macron blijkt –Schone Schijn? – inzake de Onderwerping aan de islammerij, van een totaal andere mening te zijn dn de Hoogmoedige Vincent van Kikeelghem uit Korrijk, de nieuwe Mini Ster van Just-is-Just in Coburgia-am- Rhein. Macron wiln net als Geert Wilders, minder islam, de Kortrijkzaan wil er méér. Door ‘beledigingen’ zn andedre doorde Grondweg gefarabndeerde Vrije Meninfs-uutingen, te ‘dé-assiisteren’ en te vervangen door het ‘trunaliseren’, wat neeerkomt dat ZIJN Rechters beslissen, en niet de volksjury. Want Het Volk die wil lijk Wilders….
Later meer daarover.
Het Groeninghe-veld doet er deze keer niets aan toe en zo kwam ik op het idee van het Lichtend Voorbeeld onder wiens vleugels ik ben opgeleid.
Eindelijk, na de alles vernietigende Franse Revolutie, die aan de basis ligt van de Westerse Goden Deemstering, een sprankeltje hoo die het ti kan doen kren. Zie de Stijgende Trappen van de Nieuwe Vooruit.
Als het, lijk van ouds, maar niet bij mooie woorden blijft.
Een beetje zoals de Ieperling voor de Armenzorg ‘Hulpgrage Gilde’ altijd uittkomt bij ‘Gulpgrage Hilde’, zo komt Links altijd uit bij woorden, daar waar Rechts, zoals Viincentius a Paulo, uitkomt bij daden.
Hoe anders zou het Westen het ooit zo ver hebben gebracht?
Like a candle in the wind….You never change a winning team.
Dat is een uitdrukking die niets te maken heft met poen-pakkerij, maar alles met gezond verstand.
*
Digitalia
HOW TO HOLD THE WEST
*
Geen opmerkingen:
Een reactie posten