.
.
DE ANGST GIERT DOOR BELGIE
Stuka’s op komst? De geduchte
STUrz KAmpfflugzeuge? Of zijn
de Vlaamse Leeuwen
die ooit in de Zoo zaten opgesloten,
uitgebroken?
De angst giert door België
28-05-2010 - Dirk Rochtus - de standaard
BronIskander
Als gezagsdragers, van bisschoppen over oud-premiers tot professoren en Franstalige politici, waarschuwen voor de N-VA, moet de angst wel groot zijn, constateert DIRK ROCHTUS. Maar wat is er zo gevaarlijk aan flamingantisme?
Een spook waart door België. Het spook van Vlaamse staatsvorming. Aan deze kant van de taalgrens wint de gedachte veld dat de deelstaten zelf moeten uitmaken wat ze samen willen doen. Net zoals federalisme in de jaren zestig van de vorige eeuw rukt het begrip confederalisme zich los uit de taboesfeer.
Sinds de institutionele crisis zich in 2007 begon te manifesteren, plaatsen meer en meer Vlamingen vraagtekens bij de efficiëntie waarmee Nederlands- en Franstalige politici aan dezelfde regeringstafel zitten. Daarvoor bestond een fenomeen als 'Madame Non' niet, je had immers 'Meneer Ja' die het been zelden stijf hield.
Toch slaan talloze instanties de Vlaamse kiezer om de oren met waarschuwingen voor het gevaar dat de N-VA zou vormen voor de eenheid van het land. Is het soms een aanfluiting van de democratie dat 26procent van de Vlamingen zich volgens een recente peiling uitspreekt voor de N-VA? Zou het establishment dan niet beter 'een ander volk kiezen', zoals de linkse dichter Bertolt Brecht ironisch schreef toen de leiders van de DDR de volksopstand van 1953 veroordeelden?
Zouden we ons er dan niet moeten over opwinden dat 40procent van de Walen uitsluitend naar Franse zenders kijkt, wat ook aantoont dat België in de maatschappelijke culturele beleving een virtueel land is?
Meer en meer hoogwaardigheidsbekleders uiten hun bezorgdheid over Vlaamse assertiviteit die zich partijpolitiek vertaalt. Blijkbaar leven we in een 'cultuur van de angst' - om de Britse socioloog Frank Furedi te citeren - want volgens deze bezorgde personen stevenen we af op het einde van België. Maar het opkomen voor betere structuren zonder veto's en blokkeringsmechanismen (zie de talloze belangenconflicten) heeft juist tot doel uit de impasse te geraken waarin het federale systeem verzeild is. Wijlen Antoon Roosens ging zelfs verder: deze marxistische flamingant kantte zich tegen België als staat van de haute finance en de Franstalig-Brusselse bourgeoisie (waarvan het tweespan MR-FDF nu eens ten volle de belichaming vormt).
Zo te zien moeten flaminganten zo gevaarlijk zijn dat gezagsdragers vroeger en nu, van bisschoppen over oud-premiers tot professoren en Franstalige politici, hun banbliksems naar hen slingeren. Vooral dan naar de N-VA die het gros van die flaminganten naar zich toe trekt, maar ook andere Vlamingen die zich ergeren over een als arrogant ervaren Franstalige politieke klasse.
Maar wat maakt die partij dan zo 'gevaarlijk'? Dat ze de deelstaten wil responsabiliseren? Dat ze doof blijft voor de mantra van een federale kieskring? Maar wat beoogd wordt met een federale kieskring, heeft alleen zin met unitaire partijen en in een land met één 'publieke ruimte'. Zo'n kieskring is onuitgegeven in federale staten.
Heeft de Duitse kanselier Merkel haar stemmen dan niet enkel in haar eigen kieskring Stralsund (deelstaat Mecklenburg-Vorpommern) behaald, maar in de hele Bondsrepubliek? Ondanks regionale verschillen vormt Duitsland één publieke ruimte voor het politieke en maatschappelijke debat en hebben de deelstaten vastomlijnde grenzen.
Beschikken die gevaarlijke flaminganten over netwerken binnen de vakbonden, de ambtenarij, het gerechtelijk apparaat, de media zodat ze de Belgische staat kunnen ontmantelen? Nee, uiteraard niet. Wat angst inboezemt - nou ja, angst - is dat ze dingen durven te zeggen die we niet altijd graag horen en die ons duidelijk maken dat het 'Belgische surrealisme' als kunstvorm misschien best leuk is, maar niet als het op regeren aankomt.
We moeten ons in België bezighouden met onhebbelijkheden waar andere staten geen last van hebben. Neem nu het innemen van een standpunt in de Europese ministerraden. Hoeveel langdurige onderhandelingen zijn er niet nodig opdat de verschillende entiteiten in dit land uiteindelijk tot een gemeenschappelijk standpunt zouden komen.
Je zou bijna wensen dat elke deelstaat best rechtstreeks aan de Europese tafel zit. Zou dat een probleem zijn? Volgens professor emeritus Luc Huyse kunnen de deelstaten de 'stormen van de globalisering' niet aan. Maakt de schaalvergroting die België biedt dan zo een significant verschil? Als Vlaanderen te klein is voor de globalisering, dan zijn Luxemburg en Denemarken dat ook.
We moeten ons niet laten verlammen door de Belgische 'cultuur van de angst'. De staatsvorm is geen fetisj. Andere samenwerkingsvormen zijn mogelijk. Pleiten voor meer armslag voor de deelstaten gaat ook uit van het subsidiariteitsbeginsel dat garandeert dat beslissingen op een zo laag mogelijk niveau, zo dicht mogelijk bij de burger, worden genomen. En in de Europese Unie is dat een algemeen aanvaard beginsel.
DIRK ROCHTUSWie? Docent internationale politiek aan de Lessius Hogeschool Antwerpen. Wat? Het einde van België is helemaal niet angstaanjagend. Waarom? Hoe kleiner de staat, hoe dichter bij de mensen beslissingen genomen worden
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten